Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 26 april 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:3287
Feiten
Connexxion Openbaar Vervoer N.V. (hierna: Connexxion) verzorgde op basis van een verkregen concessie het busvervoer in de regio Almere. Met een concessie wordt een monopolierecht verkregen om in een bepaalde regio het openbaar vervoer te verzorgen. Die concessie liep af op 9 december 2017. Met ingang van 10 december 2017 was Keolis de concessiehouder. Werknemer is in de periode 29 augustus 2016 tot en met 9 december 2017, voorafgaand aan deze concessiewissel, bij Connexxion werkzaam geweest op basis van een uitzendovereenkomst. Op 30 oktober 2017 heeft werknemer aan Connexxion verzocht hem een vaste aanstelling te geven op grond van artikel 12 lid 4 van de Cao Openbaar Vervoer (hierna: de cao). Connexxion heeft dat verzoek afgewezen. Werknemer heeft bij de kantonrechter gevorderd dat Connexxion hem alsnog een vast dienstverband moet aanbieden. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.
Oordeel
Een uitzendkracht bij Connexxion had, op basis van artikel 12 lid 4 van de cao, recht op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd indien (a) hij goed functioneerde, (b) er formatieruimte was en (c) hij langer dan één jaar werkzaam was geweest als uitzendkracht. Niet in geschil is dat werknemer goed functioneerde en hij per 29 augustus 2017 langer dan een jaar als uitzendkracht werkzaam was geweest voor Connexxion. Dit betekent dat hij recht heeft op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd indien daarvoor destijds ‘formatieruimte’ bestond bij Connexxion. Aldus is de vraag centraal komen te staan hoe het begrip ‘formatieruimte’ van artikel 12 lid 4 cao moet worden uitgelegd. In het algemeen geldt dat onder formatie wordt verstaan het personeelsbestand dat nodig is om de taak van de organisatie te kunnen uitvoeren binnen het beschikbare budget. Indien de concessie wordt verkregen zullen de daarin opgenomen taken dus moeten (en kunnen) worden uitgevoerd op basis van de aan de inschrijving ten grondslag liggende voor die taken begrote personeelsbezetting en het daarvoor verkregen budget. Connexxion is per 1 juli 2016 begonnen met het project Busbegeleiding, vanwege een toenemend aantal veiligheidsincidenten. Dit project is uitgevoerd op last en met instemming van de gemeente Almere (concessieverlener) en is niet bekostigd uit het voor de concessie beschikbare budget maar door een afzonderlijke financiering. Ten behoeve van dat project is extra personeel geworven, waaronder werknemer. De voor dit project extra aangetrokken medewerkers waren daardoor niet opgenomen in de formatieruimte van de concessie Almere of (indien dat van belang zou kunnen zijn) de algemene formatieruimte van Connexxion, maar ‘bovenformatief’ in de formatie van het project Busbegeleiding. Per 29 augustus 2017 was binnen het project Busbegeleiding geen formatieruimte aanwezig voor een vast dienstverband. Dat project liep namelijk nog maar drie maanden door. Het bovenformatief aanbieden van een vast dienstverband zou hebben betekend dat Connexxion de verplichting aanging werknemer in dienst te houden na het einde van het project Busbegeleiding zonder dat daarvoor financiering aanwezig was. Dit rechtsgevolg is niet aannemelijk. Het kan best zijn dat werknemer destijds niet op de hoogte is gesteld van het feit dat hij was aangetrokken binnen een project met een eigen budget, maar voor de vraag of formatieruimte in de zin van artikel 12 lid 4 cao bestaat, is niet van belang of werknemer weet of dit al dan niet het geval is. Werknemer viel dus niet in de reguliere formatie van de concessie Almere of de algehele formatie van Connexxion. De vordering van werknemer wordt afgewezen en het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.