Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 16 juni 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:4867
Feiten
Werkneemster is in dienst geweest van ZusterNorma Johan de Wittstraat B.V. (hierna: Zuster Norma). Werkneemster vordert als hoofdsom achterstallig loon, (aanvullende) reiskosten, een vergoeding voor niet-genoten vakantiedagen, de coronabonus voor zorgpersoneel en een billijke vergoeding. In het tussenvonnis is bepaald dat het achterstallig loon wordt toegewezen, dat Zuster Norma niet van een te hoog salaris is uitgegaan en dat de zorgbonus en de billijke vergoeding worden afgewezen. Ten aanzien van de gevorderde reiskosten is werkneemster toegelaten bewijs te leveren van de door haar gestelde afspraak tussen partijen dat een reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer is overeengekomen. Ten aanzien van de gevorderde uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen is reeds geoordeeld dat werkneemster hier aanspraak op heeft, maar nog niet is vast komen te staan over hoeveel uur.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Reiskostenvergoeding
Werkneemster heeft na het tussenvonnis geen bewijsmiddelen in het geding gebracht, zodat niet in rechte is komen vast te staan dat partijen zijn overeengekomen dat werkneemster recht heeft op € 0,19 per kilometer. Deze vordering wordt dan ook afgewezen.
Niet-genoten vakantiedagen
Anders dan Zuster Norma heeft aangevoerd, komt werkneemster op grond van artikel 6.1 van de toepasselijke cao uit op een saldo van 183,19 vakantie-uren. Volgens Zuster Norma heeft werkneemster 32 vakantie-uren opgenomen. Werkneemster betwist dat zij uren heeft opgenomen. Om werkneemster, op wie de bewijslast van de hoogte van het saldo rust, in staat te stellen haar vordering te onderbouwen is Zuster Norma bij tussenvonnis opgedragen een vakantiedagenadministratie over te leggen. Zij beschikt daar als werkgever immers over. Zuster Norma heeft dit echter niet gedaan. De door haar in het geding gebrachte uitdraai van enkel een openstaand totaalsaldo is geen inhoudelijke administratie. Door deze nalatigheid wordt het werkneemster onmogelijk gemaakt aan te tonen dat de door Zuster Norma vermeende opgenomen uren niet zijn opgenomen. Dit komt voor rekening en risico van Zuster Norma. Er wordt dan ook van uitgegaan dat er geen vakantie-uren zijn opgenomen. Een bedrag van € 2.617,49 (183,19 uur x € 13,23 uurloon + 8% vakantietoeslag) wordt toegewezen. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot 20%. De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen.