Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 14 september 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:7962
Feiten
DOC Kaas B.V. (hierna: DOC Kaas) is een zuivelverwerkend bedrijf. Werknemer is in september 2014 in dienst getreden van DOC Kaas. Tot de ontslagdatum heeft werknemer drie schriftelijke waarschuwingen van DOC Kaas gekregen. Deze schriftelijke waarschuwingen zagen op het niet goed opvolgen van richtlijnen. Op 22 oktober 2020 heeft DOC Kaas haar medewerkers op de hoogte gesteld van de geldende maatregelen ter bestrijding van het coronavirus, waaronder het dragen van een mondkapje. Werknemer heeft op 30 oktober 2020 bij zijn leidinggevende bezwaar gemaakt tegen de verplichting tot het dragen van een mondkapje wegens kiespijn. Dit bezwaar is afgewezen. Werknemer heeft toen een mondkapje gedragen. DOC Kaas heeft in november 2020 en op 4 januari 2021 de mondkapjesplicht uitgebreid. Op 30 maart 2021 is werknemer door een teamleider erop aangesproken dat hij bij zijn werkzaamheden geen mondkapje droeg, hetgeen wel verplicht was. Werknemer weigerde vervolgens een mondkapje op te doen. Daarna is met werknemer gesproken, maar hij heeft op agressieve toon volhard in het niet dragen van een mondkapje. Hierna is werknemer naar huis gestuurd. De volgende dag heeft nogmaals een gesprek met werknemer plaatsgevonden. In dit gesprek heeft werknemer herhaald dat hij geen mondkapje wilde dragen. Na afloop van het gesprek is aan werknemer een ontslagbrief overhandigd, waarin hem is medegedeeld dat hij gelet op het herhaaldelijk weigeren om een mondkapje te dragen en het eerder niet opvolgen van richtlijnen, op staande voet is ontslagen. Werknemer heeft het ontslag op staande voet aangevochten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.
Oordeel
De feitelijke redenen voor het ontslag die zijn opgenomen in de ontslagbrief staan in voldoende mate vast. Werknemer heeft enkel betwist dat hij op 30 maart 2021 op agressieve toon tegen zijn leidinggevende heeft gepraat. De andere feitelijke redenen voor het ontslag heeft hij erkend. Het op agressieve toon praten tegen de leidinggevende acht het hof voldoende aannemelijk gemaakt. Uit een e-mail van 7 april 2021 blijkt namelijk wat werknemer op 30 maart 2021 tegen zijn leidinggevende heeft gezegd. Werknemer heeft op zitting ook erkend dat hij met stemverheffing heeft gesproken, maar heeft ontkend dat hij agressief is geworden. Het hof is van oordeel dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. DOC Kaas mocht op grond van haar instructierecht als werkgever het dragen van een mondkapje op haar bedrijf verplichtstellen. Werknemer heeft verder, behalve zijn opmerking over een ontstoken kies, niet aangegeven dat hij om medische redenen geen mondkapje kon dragen. De ontstoken kies heeft hem toen ook niet weerhouden om geen mondkapje te dragen. Bij de weigering om een mondkapje te dragen komt de wijze waarop werknemer deze weigering heeft verwoord. Ook indien rekening gehouden wordt met de uitvergroting van tegenstellingen en de ‘kortere lontjes’ die het gevolg waren van de COVID-19-uitbraak en de daartegen getroffen maatregelen, betekent dit niet dat DOC Kaas aan de weigering van werknemer en de toon waarop hij zijn weigering had geuit, geen gevolgen mocht verbinden. Werknemer is de volgende dag ook niet op zijn woorden teruggekomen. Ook heeft DOC Kaas bij het ontslag op staande voet de drie eerder gegeven waarschuwingen voor het zich niet houden aan de nadere regels binnen DOC Kaas mogen betrekken. Van bijzondere omstandigheden die maken dat DOC Kaas toch had moeten afzien ontslag te verlenen, is niet gebleken.