Feiten

Werkneemster is op 11 november 2021 in dienst getreden bij Stichting Odion (hierna Odion). De arbeidsovereenkomst is met ingang van 1 maart 2022 omgezet in een leer-arbeidsovereenkomst. Werkneemster is toen gaan werken als leerling-werknemer in het kader van een opleiding als verzorgende IG en persoonlijk begeleider, met salaris van € 2.381,00 bruto per maand. Op 12 mei 2022 heeft verzoekster een e-mail naar Odion gestuurd, waaruit kan worden afgeleid dat zij de arbeidsovereenkomst per direct heeft opgezegd. Op 13 mei 2022 bevestigt Odion dat zij instemt met de opzegging, zonder dat een opzegtermijn in acht wordt genomen. Bij brief van 18 mei 2022 bevestigt Odion nogmaals dat werkneemster op eigen verzoek per 13 mei 2022 ontslag wordt verleend. De gemachtigde van werkneemster stelt zich op het standpunt dat werkneemster de arbeidsovereenkomst niet met onmiddellijke ingang heeft opgezegd maar met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden en dat Odion de arbeidsovereenkomst per direct heeft geëindigd, waardoor het ontslag ongeldig is. Werkneemster verzoekt (a) vernietiging van het ontslag, (b) een verklaring voor recht dat het ontslag per 1 augustus 2022 is geëindigd en (c) Odion te veroordelen tot betaling van loon, opleidingskosten, transitie- en billijke vergoeding. Odion is van mening dat werkneemster de arbeidsovereenkomst zelf heeft opgezegd en dat zij als werkgeefster geen enkele opzeggingshandeling heeft verricht.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat uit de e-mail van werkneemster van 12 mei 2022 duidelijk en ondubbelzinnig blijkt dat zij de arbeidsovereenkomst met Odion heeft opgezegd. Werkneemster heeft ook erkend dat zij zelf heeft opgezegd. Voor zover werkneemster stelt dat zij die opzegging heeft herroepen, wordt zij daarin niet gevolgd. Een opzegging van een arbeidsovereenkomst is een eenzijdige rechtshandeling, waarop werkneemster niet zonder instemming van Odion terug kan komen. Odion heeft in het verweerschrift en op de zitting verklaard dat zij ermee kan instemmen dat wordt uitgegaan van een opzegging door werkneemster met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Werkneemster heeft ook verklaard dat zij heeft bedoeld op te zeggen met de geldende opzegtermijn van twee maanden. Het verzoek om een verklaring voor recht wordt toegewezen. Odion heeft op de zitting ook verklaard dat zij het loon van werkneemster tot 1 augustus 2022 zal doorbetalen en dat zij loonspecificaties en een eindafrekening zal verstrekken en dat de opleidingskosten zullen worden vergoed. De verzoeken van werkneemster zijn op deze punten toegewezen. Het verzoek  om het door Odion gegeven ontslag te vernietigen, en om toekenning van een transitievergoeding en een billijke vergoeding, wordt afgewezen. Omdat er geen sprake is van een opzegging of een ontslag door Odion, is er naar het oordeel van de kantonrechter ook geen aanleiding of grondslag voor vernietiging daarvan, en evenmin voor toekenning van een transitievergoeding of een billijke vergoeding.