Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/DHL Express (Netherlands) B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 10 oktober 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:8637
Terecht gegeven ontslag op staande voet van DHL-werknemer die een pakket met cocaïne uit een bestelbus heeft gehaald en heeft vrijgegeven. Misbruik van de aan de werknemer gegeven taken en bevoegdheden waardoor procedures zijn overschreden en criminele activiteiten mogelijk zijn gemaakt.

Feiten 

Werknemer is door DHL Express (Netherlands) B.V.) (hierna: DHL) op 26 november 2021 op staande voet ontslagen wegens het onder meer misbruik maken van de gegeven taken en bevoegdheden waardoor criminele activiteiten mogelijk zijn gemaakt en het verlenen van medewerking aan ernstige criminele activiteiten, waaronder het handelen in verdovende middelen vanuit hoedanigheid als werknemer van DHL. Werknemer heeft verzocht om ongedaanmaking van het ontslag op staande voet, wedertewerkstelling en betaling van achterstallig loon. Volgens de kantonrechter was het ontslag op staande voet rechtsgeldig gegeven. De kantonrechter heeft daarom de verzoeken van werknemer afgewezen. In hoger beroep berust werknemer in het ontslag op staande voet maar verzoekt wel om betaling van achterstallig loon, schadevergoeding, een transitievergoeding en billijke vergoeding. Volgens werknemer is er geen dringende reden om hem op staande voet te ontslag en heeft DHL ernstig verwijtbaar gehandeld. 

Oordeel 

Het hof heeft het verslag dat op 24 november 2021 is opgemaakt naar aanleiding van het tussen DHL en werknemer gevoerde gesprek in aanmerking genomen. Op diezelfde dag heeft werknemer het verslag ontvangen en ondertekend. Volgens werknemer is hij onder druk gezet bij het ondertekenen daarvan. Volgens het hof heeft werknemer niet uitgelegd op welke manier hij concreet door DHL onder druk is gezet om het verslag te ondertekenen, terwijl DHL uitgebreid heeft beschreven hoe het gesprek en het opmaken van het verslag is gegaan. Op 6 november heeft werknemer vanuit het Service Centrum van DHL een pakket met daarin cocaïne uit de bestelbus gehaald. Vanuit de DHL-vestiging op Schiphol kwam het verzoek aan het Service Centrum om het pakket te onderscheppen en terug te sturen voor inspectie door de Douane. Werknemer heeft het pakket diezelfde dag aan de balie van het Service Centrum afgegeven aan een persoon die hij vanuit zijn werk bij DHL kent als 'Taxi'. Op 4 oktober 2021 is werknemer gearresteerd in verband met onderzoek naar een misdrijf. Op 5 oktober 2021 heeft DHL een gesprek gevoerd met werknemer. Per diezelfde dag is werknemer op non-actief gesteld met behoud van loon. Op 24 november 2021 heeft nogmaals een gesprek plaatsgevonden met werknemer. Werknemer heeft verklaard dat hij het pakket had klaargezet voor Taxi omdat die daarom heeft gevraagd in een telefoongesprek via het privénummer van werknemer. Werknemer heeft ook aan andere personen informatie gegeven over zendingen. Op 26 november 2021 is werknemer op staande voet ontslagen. DHL heeft dit in de ontslagbrief van diezelfde datum bevestigd. Volgens het hof heeft werknemer misbruik gemaakt van de hem gegeven taken en bevoegdheden en procedures overtreden waardoor criminele activiteiten mogelijk zijn gemaakt. Opzet of kwade trouw met betrekking tot drugshandel is niet relevant voor het vast komen te staan van een dringende reden. Werknemer is regelmatig in trainingen gewezen op het belang van naleving van de regels van DHL die erop zijn gericht om het faciliteren door DHL van criminele activiteiten zoals drugshandel zo veel mogelijk te voorkomen. Werknemer heeft met zijn handelen op flagrante wijze de regels van DHL overschreden waardoor criminele activiteiten mogelijk zijn gemaakt en de goede naam van DHL ernstig is geschaad. Daarmee is de door DHL gestelde dringende reden voldoende komen vast te staan. Van ernstige verwijtbaarheid van DHL enkel omdat zij werknemer op  staande voet heeft ontslagen is geen sprake omdat DHL daar een dringende reden voor had. De verzoeken van werknemer worden afgewezen.