Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Defares Advocaten B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 29 december 2022
ECLI:NL:RBAMS:2022:7929
Ontbinding op verzoek van advocaat-stagiair van een niet tussentijds opzegbare arbeidsovereenkomst. Toekenning transitie- en billijke vergoeding aan stagiair. Geen artikel 7:671c lid 3 sub c BW-vergoeding aan patroon. Handelen stagiair niet ernstig verwijtbaar.

Feiten

Werknemer is op 15 februari 2021 bij Defares Advocaten B.V. (hierna: Defares) in dienst getreden als juridisch medewerker. Vanaf 1 december 2021 heeft werknemer zijn werkzaamheden voor Defares voortgezet als advocaat-stagiair en wel voltijds voor de duur van zijn stage, althans uiterlijk tot 1 juli 2025. Het salaris vanaf 1 december 2022 bedroeg € 3.850 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. De arbeidsovereenkomst van 8 november 2021 bevat een studiekostenbeding dat bepaalt dat werknemer de kosten van zijn door Defares betaalde beroepsopleiding dient terug te betalen. Op 8 december 2021 is werknemer als advocaat beëdigd. Er ontstaat een discussie tussen werknemer en zijn patroon over zijn prestaties, houding en gedrag. Werknemer heeft geprobeerd een en ander bespreekbaar te maken. Uiteindelijk heeft werknemer op 26 juli 2022 zijn arbeidsovereenkomst mondeling opgezegd. Op 3 augustus 2022 heeft zijn patroon bericht dat zijn opzegging hem niet onberoerd heeft gelaten maar dat hij deze niet accepteert nu de arbeidsovereenkomst geen tussentijdse opzeggingsbevoegdheid kent. Hij vraagt werknemer daarom de opzegging in te trekken. Werknemer geeft aan dit verzoek geen gevolg en heeft voorgesteld om de Orde van Advocaten bij de zaak te betrekken. Werknemer meldt zich ziek en heeft vervolgens de Deken geïnformeerd over de ontstane situatie en zijn mentale klachten die hierdoor werden veroorzaakt en heeft de Deken verzocht te bemiddelen. De Deken verzoekt partijen om in afwachting van een bemiddelingsgesprek geen rechtsmaatregelen te treffen. Desondanks heeft Defares een verzoekschrift tot toekenning van een gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7: 672 lid 11 BW ingediend. Op 12 september 2022 is het bemiddelingsgesprek gehouden. Na afloop van dit gesprek heeft werknemer zijn opzegging van de arbeidsovereenkomst ingetrokken en Defares haar verzoekschrift. Bij brief van 14 september 2022 heeft de Deken partijen bericht het te betreuren dat de bemiddeling niet is geslaagd, omdat de Amsterdamse Orde als uitgangspunt heeft dat stagiaires hun stage op een kantoor tussentijds moeten kunnen beëindigen. De Orde zou een coach gaan aanwijzen die de patroon zal begeleiden. Werknemer wordt opnieuw ziek en verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van Defares. Defares verweert zich tegen dit verzoek en verzoekt toekenning van een billijke vergoeding van € 133.488.

Oordeel

Werknemer heeft aan de hand van een aantal door hem beschreven situaties, incidenten en (vermeende) uitspraken van Defares gesteld dat sprake is geweest van onbehoorlijk en grensoverschrijdend gedrag en toegelicht dat zijn mentale gezondheid hieronder lijdt. Defares heeft dit laatste weliswaar in twijfel getrokken, maar de processtukken geven naar het oordeel van de kantonrechter aanleiding daaraan voorbij te gaan. Werknemer is volledig arbeidsongeschikt verklaard door de bedrijfsarts en heeft zijn mentale gesteldheid nader onderbouwd met een verklaring van zijn behandelend psycholoog, die daarin een direct verband legt met de werkomstandigheden. Om in een patroon-stagiairverhouding - op een klein kantoor als dat van Defares waar een goede onderlinge verstandhouding onontbeerlijk is - en onder de hiervoor geschetste omstandigheden van een jonge werknemer aan het begin van zijn carrière een bedrag van € 133.488 te eisen, wordt door de kantonrechter als verwijtbaar handelen aangemerkt. Aan werknemer wordt een billijke vergoeding en de transitievergoeding toegekend. Werknemer dient wel een bedrag aan opleidingskosten aan Defares te betalen.