Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Maas & Kleiberg Subsidieadvies B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 1 juli 2022
ECLI:NL:RBROT:2022:11443
Werkgever veroordeeld in de proceskosten na aanhouding van het verzoek door werknemer tot betaling van een reeds betaalde transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is op 1 januari 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van twaalf maanden in dienst getreden bij Maas & Kleiberg Subsidieadvies B.V. (hierna: Maas & Kleiberg). Bij e-mail van 25 november 2021 heeft Maas & Kleiberg aan werknemer medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden verlengd. Bij e-mail van 18 februari 2022 heeft (de gemachtigde van) werknemer Maas & Kleiberg verzocht om binnen vijf dagen de transitievergoeding te voldoen. Nog diezelfde dag heeft Maas & Kleiberg – kort gezegd – als volgt gereageerd: “Wij betwisten iedere vordering die er is en wijzen deze op voorhand af”. Werknemer verzoekt Maas & Kleiberg te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding, met veroordeling van Maas & Kleiberg in de proceskosten.

Oordeel

Bij e-mail van 13 juni 2022 heeft de gemachtigde van werknemer laten weten dat de verzochte transitievergoeding alsnog door Maas & Kleiberg is voldaan. Omdat werknemer inmiddels proceskosten heeft gemaakt, handhaaft werknemer zijn verzoek met betrekking tot de proceskostenveroordeling. Bij gebreke van verweer daartegen moet in rechte worden uitgegaan van de juistheid van de stellingen van werknemer. Dit betekent dat er in rechte van wordt uitgegaan dat werknemer Maas & Kleiberg aanvankelijk op goede gronden in rechte heeft betrokken en zij als de in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt. De proceskosten aan de zijde van verzoeker komen daarom voor rekening van Maas & Kleiberg.