Naar boven ↑

Rechtspraak

SNCU/werkgeefster en bestuurder
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 22 november 2022
ECLI:NL:GHDHA:2022:2852
Valt het uitzendbureau & schoonmaakbedrijf onder de cao voor Uitzendkrachten en is de bestuurder van de onderneming aansprakelijk voor het niet naleven van die cao, nu hij heeft toegezegd de cao voor uitzendkrachten na te komen? Veroordeling tot betaling van materiële benadeling van € 431.089 en een schadevergoeding van € 7.500.

Feiten

Bestuurder en enig aandeelhouder heeft in 2010 een uitzendbureau & schoonmaakbedrijf opgericht. De Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten (hierna: SNCU) is in 2004 opgericht door werknemersorganisaties en de werkgeversorganisatie in de uitzendbranche. SNCU is in het leven geroepen om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak, waaronder het voeren van toezicht op correcte naleving van de toepasselijke cao’s. Sinds 30 oktober 2015 heeft SNCU onderzoek verricht naar het uitzendbureau & schoonmaakbedrijf. De onderzoeksperiode is vanaf 17 september 2013 tot en met 16 september 2015. In dit kader is verzocht om gegevens aan te leveren. Op basis van de door de onderneming aangeleverde gegevens heeft SNCU geoordeeld dat sprake is van een gegrond vermoeden van niet-naleving van de cao. Er is vervolgens in 2016 een extern onderzoek ingesteld. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek heeft SNCU geconcludeerd dat de onderneming gedurende de onderzoeksperiode de cao niet (voldoende) heeft nageleefd, waarbij een totale materiële benadeling van € 612.566 is vastgesteld. In september 2017 heeft de bestuurder een verklaring ondertekend die hem is toegestuurd door SNCU waarin hij verklaart, rechtsgeldig handelend namens het uitzendbureau & schoonmaakbedrijf, en dat hij vanaf dat moment de cao voor uitzendkrachten volledig zal naleven. Op 6 april 2018 heeft een hercontrole plaatsgevonden. Naar aanleiding van de resultaten van de hercontrole heeft SNCU geconcludeerd dat de vastgestelde afwijkingen niet (volledig) waren hersteld, waarbij een materiële benadeling van € 431.089 is vastgesteld. In eerste aanleg heeft SNCU gevorderd de onderneming en de bestuurder te veroordelen tot naleving van de cao’s indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom, en hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de materiële benadeling van € 431.089 aan de (ex-)werknemers. Bij eindvonnis van 10 juni 2021 heeft de kantonrechter de vorderingen van SNCU afgewezen met veroordeling van SNCU in de proceskosten. Daartoe heeft de kantonrechter, kort gezegd, overwogen dat de cao’s niet van toepassing zijn omdat de onderneming feitelijk geen uitzendbureau is, maar haar werkzaamheden verricht op grond van aanneemovereenkomsten. SNCU vordert het vonnis te vernietigen en haar vorderingen alsnog toe te wijzen.

Oordeel

Het hof stelt voorop dat de bestuurder op 1 september 2017 - na daartoe juridisch advies te hebben ingewonnen - de verklaring heeft ondertekend waarin hij aangeeft rechtsgeldig te handelen namens de onderneming en toezegt de cao voor Uitzendkrachten vanaf 1 september 2017 volledig na te zullen leven. Gesteld en ook niet gebleken is dat hij deze toezegging aan SNCU, ofwel deze overeenkomst tot naleving van de cao, namens de onderneming op enig moment heeft vernietigd. Nu niet is betwist dat de onderneming de cao niet heeft nageleefd sinds 1 september 2017, heeft de bestuurder onrechtmatig gehandeld jegens SNCU door een toezegging tot naleving van de cao te doen en vervolgens als bestuurder te bewerkstelligen dat de onderneming zich daar niet aan heeft gehouden. Het slagen van deze grief brengt mee dat het hof de in eerste aanleg verworpen en/of niet behandelde verweren die in hoger beroep niet zijn prijsgegeven, opnieuw dient te beoordelen (de zogenaamde devolutieve werking van het hoger beroep). De gevorderde materiële benadeling is door SNCU onderbouwd met een extern rapport. De onderneming heeft verstek laten gaan en de bestuurder heeft de gevorderde materiële benadeling niet betwist. Nu deze ook niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, wordt deze toegewezen zoals gevorderd, dat wil zeggen de gevorderde veroordeling tot nabetaling aan de (ex-)werknemers. Hieraan wordt ook een dwangsom worden verbonden. Tevens wordt aan SNCU een schadevergoeding toegekend.