Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ TRIGION BEVEILIGING B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 18 oktober 2022
ECLI:NL:RBNHO:2022:12464
Door de verschillende verklaringen van werkneemster is twijfel ontstaan of en hoe het ongeval heeft plaatsgevonden, en of schade is geleden bij de uitoefening van de werkzaamheden. Voor nadere bewijslevering leent deze deelgeschilprocedure zich niet.

Feiten

Werkneemster is op 16 juni 200 bij Trigion in dienst getreden als beveiligingsmedewerker. Op 10 april 2018 is Trigion door een (voormalige) belangenbehartiger van werkneemster aansprakelijk gesteld voor schade die werkneemster heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van een bedrijfsongeval op 19 december 2017. Daarbij is gesteld dat werkneemster op 19 december 2017 tijdens haar werkzaamheden bij het betreden van een trap is uitgegleden en als gevolg daarvan letsel heeft opgelopen. Werkneemster verzoekt een verklaring voor recht dat Trigion aansprakelijk is voor het bedrijfsongeval en de geleden en nog te lijden schade dient te vergoeden.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat het verzoek van werkneemster zich niet leent voor een behandeling en beoordeling in deze deelgeschilprocedure. De kantonrechter stelt vast dat werkneemster inmiddels uiteenlopende verklaringen heeft afgelegd over het ongeval. In eerdere aansprakelijkstellingen en in het verzoekschrift is steeds gesteld dat werkneemster (vermoedelijk) is uitgegleden over een grote hoeveelheid bladeren en/of vuilvorming op de trap. Op de zitting heeft werkneemster echter verklaard dat het op 19 december 2017 sneeuwde en vroor, en dat zij is uitgegleden over vastgevroren bladeren. Trigion heeft echter aangevoerd dat de gemiddelde temperatuur op 19 december 2017 5,2% was. De kantonrechter heeft de site van het KNMI geraadpleegd en daaruit blijkt dat de minimumtemperatuur ook niet onder het vriespunt is uitgekomen. Verder heeft werkneemster tijdens de voortgezette zitting ter plaatse van het door haar gestelde ongeval verklaard dat zij van de eerste traptree is gevallen. Deze verklaring strookt niet met wat werkneemster kort daarvoor tijdens de zitting in de rechtbank nadrukkelijk heeft verklaard, te weten dat zij meteen bovenaan de trap al is uitgegleden. Gelet op de uiteenlopende verklaringen van werkneemster kan in deze deelgeschilprocedure niet worden vastgesteld wat er feitelijk is gebeurd. Door de uiteenlopende verklaringen van werkneemster is geen sprake (meer) van een voldoende gemotiveerde en consistente stelling dat zij schade heeft geleden in de uitoefening van haar werkzaamheden. Daardoor is ook twijfel ontstaan over de vraag of en hoe het gestelde ongeval heeft plaatsgevonden, en of schade is geleden bij de uitoefening van de werkzaamheden. Om daarover duidelijkheid te verkrijgen is nadere bewijslevering nodig, maar daarvoor leent deze deelgeschilprocedure zich niet. Ook voor beantwoording van de vraag of Trigion haar zorgplicht is nagekomen is nadere bewijslevering nodig. Daarvoor leent deze deelgeschilprocedure zich evenmin.