Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 24 januari 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:2448
Feiten
Werknemer is sinds 15 februari 1988 in dienst bij EBSCO Information Services B.V. (‘EBSCO’), laatstelijk in de functie van manager JETS. Op zijn arbeidsovereenkomst was een nevenwerkzaamhedenbeding van toepassing. Werknemer ontving jaarlijks een bonus, variërend van € 11.653,24 tot € 13.000 bruto. EBSCO houdt zich bezig met (bemiddeling ten aanzien van) het uitgeven van producten in de informatiebranche, waaronder tijdschriften. In 2015 is EBSCO International (de Amerikaanse moeder van EBSCO) een samenwerking aangegaan met de aan haar gelieerde Amerikaanse onderneming Luxor. De samenwerking bestond uit diensten die EBSCO namens EBSCO International leverde aan Luxor op het gebied van klantenservice, opslag en verzenden. In het kader van deze diensten was werknemer het aanspreekpunt voor Luxor. Op 1 april 2019 heeft werknemer Rima4You opgericht. Rima4You verkocht via Bol.com producten van Luxor die vervolgens door EBSCO werden verzonden. Werknemer heeft EBSCO en Luxor hier niet van op de hoogte gebracht. Op enig moment werden Luxor’s producten op Amazon.com weergegeven als niet beschikbaar en ontstonden er – als gevolg van Brexit – leveringsproblemen. Op 22 september 2022 is werknemer op non-actief gesteld en is hem verzocht verdere informatie te verschaffen over Rima4You. Op 30 september 2022 is werknemer op staande voet ontslagen wegens de oprichting van deze onderneming, alsmede het veronachtzamen van zijn taken (onder meer het niet ophalen van pakketten). Werknemer verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet. EBSCO verzoekt voorwaardelijke ontbinding.
Oordeel
Ontslag op staande voet
Het ontslag op staande voet is onverwijld gegeven, nu EBSCO werknemer direct na zijn vakantie heeft uitgenodigd voor een gesprek. De kantonrechter is van oordeel dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. De kantonrechter vindt dat in het onderhavige geval sprake is van een objectieve rechtvaardiging, zodat het nevenwerkzaamhedenbeding niet nietig is. Er is echter geen overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding omdat onvoldoende aannemelijk is dat werknemer met Rima4You werkzaamheden heeft verricht die schadelijk en/of concurrerend zijn geweest ten opzichte van EBSCO. De kernactiviteit van EBSCO en JETS is een andere dan die van Rima4You. Ook is geen sprake van activiteiten die EBSCO hebben geschaad; EBSCO verrichtte geen dropshipactiviteiten en heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij dit had willen doen. EBSCO heeft niet toegelicht op welke (andere) manier de nevenwerkzaamheden schadelijk hadden kunnen zijn, zodat niet kan worden vastgesteld dat het nevenwerkzaamhedenbeding is overtreden. Het had in het kader van goed werknemerschap op de weg van werknemer gelegen om EBSCO en Luxor te informeren dat hij achter Rima4You zat, maar dit is onvoldoende voor een dringende reden. Ook het feit dat werknemer nalatig is geweest met het ophalen van pakketten is onvoldoende om aan te merken als dringende reden, temeer nu EBSCO de door haar geleden schade onvoldoende heeft onderbouwd. Het ontslag op staande voet wordt vernietigd en EBSCO moet het achterstallig loon – inclusief 10% wettelijke verhoging – betalen, alsmede de toegezegde bonus. Het beroep op dwaling van EBSCO is onvoldoende toegelicht, zodat er geen reden is om de toezegging te vernietigen.
Ontbinding
De arbeidsovereenkomst wordt op de g-grond ontbonden, nu werknemer een melding had moeten doen over zijn betrokkenheid bij de oprichting van Rima4You. Ook is werknemer nalatig geweest bij het ophalen van de pakketten. Er is geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer, zodat aan hem een transitievergoeding toekomt.