Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/UWV
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 april 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:2354
Er is geen sprake van wijziging van de arbeidsvoorwaarden van werknemer, maar van een juiste toepassing van de geldende onkostenvergoedingsregeling, die door leidinggevenden van werknemer, anders dan andere leidinggevenden in het land, kennelijk jarenlang te lankmoedig is toegepast.

Feiten

Werknemer is op 27 mei 1980 bij (de rechtsvoorganger van) het UWV in dienst getreden en vervulde laatstelijk de functie van Buitendienstmedewerker Uitkeren. De UWV-cao is op de arbeidsovereenkomst van werknemer van toepassing en werknemer is lid van de FNV. Daarnaast geldt en gold een daggeldvergoedingsregeling voor mensen in de buitendienst. Het betreft sinds de invoering een netto-vergoeding per (halve) gewerkte dag, waar geen bonnetjes voor behoeven te worden ingeleverd. Uitkering geschiedt op declaratiebasis en de declaratie dient door de leidinggevende te worden gefiatteerd. In 2002 is via een sociaal plan gecommuniceerd dat oude regelingen in 2007 zouden vervallen en dat alle medewerkers dan onder de nieuwe regelingen zouden vallen. Op het intranet van het UWV is in 2016 een ‘gewerkte dag’ gedefinieerd. Werknemer heeft vanaf het begin voor alle door hem gewerkte dagen de daggeldvergoeding gedeclareerd, of hij nu thuis werkte, op locatie bij het UWV of op pad was. Tijdens ziekte of vakantie heeft hij niet gedeclareerd. De leidinggevenden van werknemer hebben zonder uitzondering alle declaraties van werknemer goedgekeurd. Tijdens de COVID-19-pandemie werden geen buitendienst-bezoeken afgelegd en heeft het UWV bemerkt dat de declaraties niet in het hele land op dezelfde wijze werden goedgekeurd. In april 2020 heeft UWV zijn managers bericht dat zij de regeling daggeldvergoeding strikt conform de regeling dienden toe te passen: ‘Een buitendienstmedewerker dient dus daadwerkelijk op pad te zijn geweest om de daggeldvergoeding te kunnen declareren. Thuis/op locatie werken valt hier niet onder’. Bij brief van 5 mei heeft FNV namens werknemer gesteld dat sprake is van een eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden, dat de daggeldvergoeding is aan te merken als een verworven recht en dat het UWV niet bevoegd is de vergoeding eenzijdig te wijzigen. Het UWV heeft het standpunt ingenomen dat geen sprake is van een wijziging, maar van een juiste toepassing van de betreffende regeling. De vakbonden en het UWV hebben vervolgens overleg gevoerd over een minnelijke regeling. Werknemer is de daggeldvergoeding blijven declareren voor iedere gewerkte dag. Deze declaraties zijn niet goedgekeurd. Na 1 januari 2021 heeft werknemer geen daggeldvergoeding meer ontvangen. Werknemer vordert onder meer een verklaring voor recht dat het UWV gehouden is aan hem vanaf 1 januari 2021 de vaste daggeldvergoeding uit te betalen, waarbij hij voor iedere gewerkte dag (onderweg, thuis, op locatie) de vergoeding mag declareren. Partijen verschillen van mening of de regeling meebrengt dat voor iedere dag dat door een buitendienst medewerker wordt gewerkt een vergoeding is verschuldigd of alleen als de werknemer op pad is.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de door werknemer overgelegde stukken volgt niet dat de daggeldvergoeding ook is verschuldigd over een dag dat de medewerker op kantoor of thuis werkzaamheden verricht. Een logisch doel van een onkostenvergoedingsregeling is daarnaast de vergoeding van gemaakte kosten, welke kosten bij thuiswerken niet en onderweg  wel worden gemaakt. Dat leidinggevenden van werknemer lange tijd laks zijn geweest met het controleren van de declaraties, leidt niet tot een ander oordeel. De communicatie vanuit het UWV is altijd helder en eenduidig geweest, zodat werknemer wist of kon weten dat hij in feite voor te veel dagen de daggeldvergoeding declareerde. Aan die praktijk kan en mag het UWV een einde maken. Geoordeeld wordt derhalve dat geen sprake is van een wijziging in arbeidsvoorwaarde, maar van een juiste toepassing van de geldende regeling, die door leidinggevenden van werknemer, anders dan andere leidinggevenden in het land, kennelijk te lankmoedig werd toegepast. De vorderingen van werknemer worden afgewezen.