Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 23 juni 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:5449
Feiten
Werknemer is van 2004 tot en met 2011 als medewerker algemene dienst in dienst geweest bij Vispaleis Hoek van Holland B.V. (hierna: Vispaleis). In 2014 is werknemer opnieuw voor onbepaalde tijd in dienst getreden bij Vispaleis, welk dienstverband momenteel nog steeds voortduurt. Het salaris werd doorgaans contant voldaan. Slechts één keer heeft werknemer een loonstrook van Vispaleis ontvangen. Op 5 december 2021 is werknemer door Vispaleis naar huis gestuurd met de mededeling dat er op dat moment geen werk was. Vispaleis heeft, ondanks aanmaning, het salaris over de maanden januari tot en met juni 2022 niet betaald. Begin juli 2022 is werknemer weer opgeroepen om te komen werken. Het salaris over juli 2022 is contant voldaan. Op 6 augustus 2022 ontving werknemer bericht van Vispaleis dat hij het daaropvolgende weekend niet hoefde te komen werken. Sindsdien heeft werknemer geen salaris meer ontvangen. Werknemer eist onder meer de betaling van zijn achterstallig salaris. Vispaleis is het niet eens met de eis en voert aan dat werknemer werkzaam was als oproepkracht. Er bestonden volgens werkgever geen afspraken over vaste werktijden en -dagen.
Oordeel
Werknemer vordert betaling van achterstallig salaris over januari tot en met juni 2022 en vanaf augustus 2022 op basis van een arbeidsovereenkomst van 16 uur per week tegen een nettosalaris van € 1.200 per vier weken. Er is geen schriftelijke arbeidsovereenkomst tussen beide partijen. Werknemer heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn eis, aangezien zijn bankafschriften geen consistente betalingen van € 1.200 tonen en hij geen belastingaangiften met jaaropgaven heeft overgelegd. Bovendien heeft werknemer gereageerd met "OK" op de mededeling van Vispaleis dat er geen werk was. De kantonrechter oordeelt dat werknemer niet heeft aangetoond dat hij een vaste werkweek van 16 uur per week met een salaris van € 1.200 netto heeft afgesproken. Niet uit te sluiten valt dat werknemer als invalkracht-nuluren werkte volgens de Horeca-cao, wat betekent dat hij geen recht heeft op loondoorbetaling als er geen werk beschikbaar is. Daarom wordt de vordering tot loondoorbetaling afgewezen.