Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 6 juni 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:5273
Feiten
Werknemer is de oudste kleinzoon van zijn grootvader. De grootvader beheert een omvangrijke privévastgoedportefeuille en handelt in dat kader onder de naam Den Helder Vastgoed. In 2017 heeft de grootvader besloten om de vastgoedportefeuille over te dragen aan United B. Family B.V. (hierna: UBF). Sinds 1 januari 2018 staat UBF geregistreerd als werkgever van werknemer. UBF heeft in januari 2018 een loonstrook aan werknemer ter beschikking gesteld waarop staat dat werknemer in dienst is bij UBF als algemeen medewerker tegen het minimumloon. Er is geen schriftelijke arbeidsovereenkomst. Vanaf juni 2018 heeft werknemer verschillende gegevens over de grootvader en zijn echtgenote doorgestuurd aan zijn vader. Zijn vader heeft een aannemingsbedrijf en beheert ook een omvangrijke vastgoedportefeuille. Hij heeft sinds 2020 een zakelijk geschil met de grootvader. Op 16 februari 2022 heeft een confrontatie plaatsgevonden tussen werknemer en de grootvader over de overdracht van de vastgoedportefeuille. De grootvader heeft daarop aangegeven dat hij per 17 februari 2022 op geen enkele wijze gebruik meer zal maken van de diensten van werknemer. Werknemer zou nog voor februari 2022 worden betaald, maar daarna niet meer. Op 11 april 2022 heeft de toenmalige advocaat van werknemer aan UBF geschreven dat de grootvader niet bevoegd is om UBF te vertegenwoordigen en werknemer te ontslaan, zodat de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan. Op 14 april 2022 heeft de gemachtigde van UBF gereageerd dat er technisch-juridische gebreken kleven aan het ontslag op staande voet en het ontslag daarom wordt ingetrokken. In de brief heeft UBF werknemer geschorst, omdat hij de grootvader heeft uitgemaakt voor oplichter, zich meerdere keren agressief heeft opgesteld, meerdere malen heeft geweigerd het kantoor te verlaten nadat hem dat dringend was verzocht en vertrouwelijke (bedrijfs)gegevens heeft gedeeld met zijn vader. UBF verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op de e-, g- of i-grond..
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst tussen UBF en werknemer. In feite is werknemer namelijk de werkzaamheden blijven verrichten voor zijn grootvader en is de grootvader het loon blijven betalen en het gezag over de werknemer blijven uitoefenen. Het dienstverband bij UBF is slechts geconstrueerd uit fiscale overwegingen. De instemming van de werknemer met de werkgeverswisseling en de gevolgen daarvan, ontbreekt. De conclusie is dat de kantonrechter de verzoeken van UBF zal afwijzen.