Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Gemeente Zuidplas
Rechtbank Den Haag (Locatie Gouda), 26 september 2023
ECLI:NL:RBDHA:2023:14748
Ontslag op staande voet terecht gegeven vanwege diefstal door werknemer. Toewijzing gedeeltelijke transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is werkzaam bij Gemeente Zuidplas. Vanaf 1 januari 2020, na de inwerkingtreding van de WNRA, is de Cao Gemeenten van toepassing. Werknemer vervult de functie medewerker beheer en onderhoud tegen een salaris van € 2.874 bruto per maand en 8% vakantietoeslag. Op het afvalbrengstation van de betreffende gemeente bevindt zich een opslaghok afgesloten met een hekwerk en te openen met een schuifdeur. Het opslaghok wordt gebruikt voor de opslag van rondslingerende voorwerpen die uiteindelijk worden afgevoerd. Op 3 mei 2023 liep werknemer met een collega langs het opslaghok, waar een motor was geplaatst. Op 5 mei 2023 heeft werknemer het opslaghok opnieuw betreden. Het zadel van de fiets van werknemer was kapot en daarom heeft hij een fietszadel uit dit hok meegenomen. Op 9 mei 2023 heeft werknemer een gesprek gevoerd met de clustermanager en is hij geconfronteerd met deze feiten. Werknemer heeft het wegnemen erkend maar stelt dat hij het fietszadel mee kon nemen omdat de fietsen worden afgevoerd. Werknemer is op 9 mei 2023 op staande voet ontslagen wegens diefstal. De ontslagbrief heeft werknemer ondertekend. Op 16 juni 2023 is werknemer in verband met deze kwestie verhoord door de politie vanwege de aangifte bij de politie. Het Openbaar Ministerie heeft de zaak geseponeerd. Werknemer stelt zich op het standpunt dat de geen gemeente dringende reden voor ontslag had omdat de schuifdeur niet op slot zat, hij niet wist dat hij het opslaghok niet mocht betreden en er geen kwaad in zag het fietszadel weg te nemen. Het ontslag is, gelet op de staat van dienst van werknemer, niet proportioneel. De gemeente had werknemer ten hoogste een officiële waarschuwing mogen geven, aldus werknemer. Werknemer verzoekt de transitievergoeding ad € 14.015,44 bruto, de vergoeding wegens onregelmatige opzegging ad € 10.902,27 bruto, de billijke vergoeding ad € 40.910,84 bruto en een vergoeding van zijn kosten voor rechtsbijstand ad € 5.176,21 netto. 

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet terecht is verleend. Van het wegnemen van het zadel zijn camerabeelden. Tijdens de plaatsopneming op 6 september 2023 heeft de kantonrechter samen met partijen het opslaghok bezichtigd. De kantonrechter stelt tijdens deze plaatsopneming vast dat de schuifdeur op gemakkelijke wijze (zonder dat deze geforceerd behoeft te worden) openschuift. Op de camerabeelden is te zien dat werknemer, alvorens het opslaghok te betreden, bij herhaling met kracht de schuifdeur naar binnen duwt, en het opslaghok via een kier van circa 30-50 cm betreedt. Het naar binnen duwen van de deur zou niet nodig zijn geweest indien de deur niet zou zijn afgesloten. Voldoende aannemelijk is daarom dat het opslaghok, anders dan werknemer stelt, was afgesloten en werknemer het hok heeft betreden na het forceren van de schuifdeur. Vast staat dat werknemer met gereedschap een zadel van een fiets heeft genomen zonder instemming van de gemeente. De kantonrechter weegt ook de andere omstandigheden van het geval mee zoals de persoonlijke omstandigheden (leeftijd en de gevolgen van het ontslag). Met het vaststaande strafbare feit heeft werknemer het vertrouwen in hem ernstig beschaamd, zodanig dat hij een dringende reden heeft gegeven om hem op staande voet te ontslaan. De geringe waarde van het gestolen zadel maakt dat niet anders. De gemeente hoeft niet te volstaan met een officiële waarschuwing. Bij de afweging van haar besluit heeft de gemeente mede in aanmerking mogen nemen dat zij met het ontslag een duidelijk signaal heeft gegeven dat zij dit soort integriteitsschendingen niet tolereert en daar scherp op reageert. Dat werknemer zich niet eerder heeft schuldig gemaakt aan integriteitsschendingen, leidt niet tot een ander oordeel. Aan integriteit is inherent dat deze al na één vergrijp, zoals diefstal, is geschonden. Ook de persoonlijke omstandigheden leiden niet tot een ander oordeel. De verzochte vergoedingen worden vrijwel allemaal afgewezen behalve de transitievergoeding. De kantonrechter ziet aanleiding om de transitievergoeding gedeeltelijk (50%) toe te kennen nu werknemer zich tijdens het dienstverband niet eerder aan integriteitsschendingen heeft schuldig gemaakt en de waarde van het door hem ontvreemde fietszadel gering was. De toegekende transitievergoeding bedraagt (50% van € 14.015,44) ad € 7.007,72, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2023. Werknemer wordt veroordeeld in de kosten.