Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 16 oktober 2023
ECLI:NL:RBLIM:2023:6122
Feiten
Werknemer is van 1 januari 2023 tot 1 augustus 2023 in dienst geweest van Spectator Ehealth Holding B.V. (hierna: SEH) in de functie van software developer tegen een brutomaandsalaris van € 3.200. Met ingang van mei 2023 heeft SEH het loon en de reiskostenvergoeding niet (volledig) aan werknemer betaald. Werknemer heeft SEH gesommeerd tot betaling van het achterstallige loon. SEH heeft daarop gereageerd dat werknemer ten onrechte uitgaat van betaling van brutobedragen. Ook heeft zij hem medegedeeld dat zij bezig is haar liquiditeitsproblemen op te lossen. Ook daarna heeft SEH niet het volledige (achterstallige) loon aan werknemer betaald. Werknemer vordert betaling van het achterstallig loon en vakantietoeslag (€ 11.392 waarop in mindering strekt de nettobetaling € 3.400) te vermeerderen met de wettelijke rente en verhoging, reiskostenvergoeding (€ 599,97 netto), buitengerechtelijke kosten (€ 948) alsmede proces- en nakosten. SEH stelt zich op het standpunt dat werknemer ten onrechte uitgaat van brutobetalingen en dat zij verwacht dat haar liquiditeitsproblemen op korte termijn achter de rug zijn.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De verplichting van SEH tot betaling van het loon ziet niet alleen op de nettobetaling aan werknemer, maar ook op de afdrachten die zij over het loon dient te voldoen. Werknemer is dus in zijn berekening van de hoogte van de vordering terecht uitgegaan van het brutoloon. Dat is uiteraard wat anders voor wat betreft de reiskostenvergoeding, want daarover vindt geen afdracht plaats. Werknemer vordert dan ook betaling van de nettoreiskostenvergoeding. Het verweer van SEH dat zij op dit moment niet aan haar betalingsverplichting jegens werknemer kan voldoen, is rechtens niet relevant en staat dus niet aan toewijzing in de weg. De loonvordering en vordering tot betaling van de reiskostenvergoeding worden toegewezen. De wettelijke verhoging wordt deels toegewezen gelet op de betaling door SEH in juni 2023. Tot slot worden de vorderingen tot betaling van wettelijke rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen.