Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 11 oktober 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:9572
Feiten
Werknemer werkte bij Maasdelta op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, die van 1 juni 2022 tot 31 mei 2023 liep. Op 24 februari 2023 is werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij volgens Maasdelta van 21 tot 23 februari 2023 zonder geldige reden niet op het werk is verschenen. Werknemer vindt het ontslag onterecht, maar berust erin en verzoek een billijke vergoeding, een gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Werknemer is op 17 en 18 oktober 2022 niet op het werk verschenen, zonder zich vooraf af te melden. Maasdelta heeft hem toen schriftelijk gewaarschuwd dat hij niet zomaar zonder bericht weg kan blijven van zijn werk. Zij heeft er ook op gewezen dat wanneer werknemer dit wel doet, dit kan leiden tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Op 21 en 22 februari 2023 is werknemer toch zonder bericht weggebleven. Hij reageerde ook niet op mails en telefoontjes van Maasdelta. Maasdelta heeft werknemer op 22 februari 2023 nog extra op scherp gezet door het versturen van een sommatie, waarin zij heeft benadrukt dat wanneer werknemer op 23 februari 2023 niet zou komen, dit wordt aangemerkt als een dringende reden. Werknemer is op 23 februari 2023 niet komen opdagen. Werknemer stelt dat hij zich heeft ziekgemeld, maar dat is naar oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. Werknemer heeft over het telefoongesprek dat op 23 februari 2023 zou hebben plaatsgevonden ook wisselend verklaard. Op 24 februari 2023 heeft Maasdelta werknemer op staande voet ontslagen, wegens zijn afwezigheid op 21 tot 23 februari 2023. De kantonrechter vindt dit terecht, omdat werknemer na het eerdere voorval in oktober 2022, dat gevolgd werd door een duidelijke waarschuwing door Maasdelta, drie achtereenvolgende dagen zonder bericht, ondanks aanmaningen, niet op het werk is verschenen. Werknemer laat hierdoor zien dat hij onvoldoende oog heeft voor de belangen van Maasdelta. Maasdelta mag van haar werknemers verwachten dat zij op het werk verschijnen wanneer dit is afgesproken en zij het (tijdig) melden als zij niet kunnen komen. Wanneer werknemers dit niet doen, kan Maasdelta niet op hen bouwen. Het herhaalde werkverzuim is naar het oordeel van de kantonrechter dermate ernstig dat van Maasdelta niet verwacht kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. De verzoeken van werknemer worden afgewezen.