Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 oktober 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:6477
Feiten
Bij tussenbeschikking van 6 maart 2023 is aan Bierens opgedragen te bewijzen dat de gebeurtenissen op 17 november 2022, die hebben geleid tot het ontslag op staande voet van werknemer, zich hebben voorgedaan op de wijze als omschreven door Bierens. Bierens heeft ter uitvoering van de bewijsopdracht een USB-stick met camerabeelden in het geding gebracht en Bierens heeft verder meerdere personen als getuigen doen horen.
Oordeel
Alle door Bierens voorgedragen getuigen hebben ieder afzonderlijk van elkaar verklaringen afgelegd die de lezing van Bierens van hetgeen is gebeurd op 17 november 2022 in grote mate ondersteunen. X heeft onder ede en uit eigen waarneming verklaard dat werknemer haar herhaaldelijk heeft gevraagd cocaïne te nemen en dat hij heeft geprobeerd haar te zoenen. Uit de getuigenverklaringen van A, B en C blijkt dat X in de kern hetzelfde verhaal aan hen heeft verteld. Dat de getuigenverklaringen niet geheel eenstemmig zijn (zoals het punt of er één of twee zoenpogingen zijn geweest), maken de verklaringen niet onbetrouwbaar, mede omdat dit totaal ondergeschikt is aan de kern van de verklaringen. Die houdt immers in dat werknemer zich op 17 november 2022 ernstig heeft misdragen door X drugs aan te bieden en in ieder geval één zoenpoging te doen. De afgelegde verklaringen stemmen op dit punt overeen en ondersteunen de getuigenverklaring van X. Werknemer heeft onvoldoende feiten of omstandigheden aangevoerd die maken dat aan de juistheid van de – onder ede afgelegde – verklaringen moet worden getwijfeld. Bierens is er dus in geslaagd het opgedragen bewijs te leveren en vast is komen te staan dat werknemer X heeft aangeboden drugs te gebruiken en dat hij haar heeft geprobeerd te zoenen op 17 november 2022. In het midden zal worden gelaten of werknemer ook daadwerkelijk drugs op kantoor heeft gebruikt, aangezien dat niet is waargenomen door X. Het aanbieden van drugs aan een collega en deze collega vervolgens proberen te zoenen kwalificeert echter reeds als een voldoende dringende reden voor ontslag op staande voet. Het gegeven ontslag op staande voet houdt stand.