Feiten

Werknemer is op 1 april 2022 op grond van een arbeidsovereenkomst voor de duur van een half jaar in dienst getreden van werkgever in de functie van fietsmonteur. De arbeidsovereenkomst is telkens verlengd, voor het laatst op 31 maart 2023. Partijen zijn overeengekomen dat werknemer per maand recht heeft op € 1.975 netto loon exclusief 8% vakantiebijslag. Werkgever heeft aan werknemer van het loon over de maand mei 2023 € 1.500 betaald. Werkgever heeft in die maand en ook daarna geen vakantiebijslag aan werknemer betaald. Bij brief van 27 juni 2023 heeft werkgever werknemer op staande voet ontslagen vanwege het kort samengevat mee naar huis nemen van spullen van werkgever en het halen van geld uit de kassa. Werknemer vecht het ontslag op staande voet aan.

Oordeel

Het is duidelijk dat werknemer niet zomaar zaken die toebehoren aan werkgever mee naar huis mag nemen. Werknemer stelt echter dat hij met toestemming van werkgever zaken uit de winkel mee naar huis genomen heeft om die via markplaats te verkopen. Werkgever betwist dat echter gemotiveerd. De bewijslast dat werkgever die toestemming gegeven heeft, ligt bij werknemer. De enige onderbouwing die werknemer geeft voor de gestelde toestemming, zijn de twee door hem overgelegde verklaringen van personen die volgens hem zijn collega’s zijn. Werkgever heeft daartegen echter aangevoerd dat die personen géén collega’s van werknemer zijn. Werknemer heeft hier niet op gereageerd. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat deze personen inderdaad geen collega’s waren van werknemer. Een andere uitleg waarom deze personen dan op de hoogte waren/konden zijn van de gestelde toestemming, heeft werknemer niet gegeven. De kantonrechter kan daarom geen waarde hechten aan de inhoud van de overgelegde verklaringen. Een plausibele onderbouwing zou kunnen zijn dat werknemer de opbrengst van eventuele verkoop van de zaken aan werkgever zou hebben afgedragen. Dat is nou juist niet gebeurd. Op grond van deze overwegingen is de kantonrechter van oordeel dat het ervoor moet worden gehouden dat werknemer zonder toestemming van werkgever fietsaccessoires van werkgever mee naar huis genomen heeft om deze zelf te verkopen. Dit levert op zichzelf genomen reeds een dringende reden voor ontslag op staande voet op. Ook het feit dat werknemer meermaals geldbiljetten uit de kassa heeft gehaald en in zijn broekzak heeft gestopt, levert een dringende reden op. Tot slot is de kantonrechter ook van oordeel dat het meenemen van de stuurpen een dringende reden oplevert. Gesteld noch gebleken is dat werknemer de stuurpen op 5 juni 2023 met toestemming van werkgever mee naar huis genomen heeft. Het ontslag op staande voet houdt dus stand. Aangezien op grond van voorgaande overwegingen de opzegging niet wordt vernietigd, heeft werknemer geen recht op loon vanaf 27 juni 2023. De arbeidsovereenkomst is immers op die datum geëindigd.