Naar boven ↑

Rechtspraak

bewindvoerder en werknemer/ Maris Infra B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 9 november 2023
ECLI:NL:RBOVE:2023:4498
Werknemer is arbeidsongeschikt vanwege een verslavingsproblematiek. Onderbewindstelling. Het geschil is dat partijen het er niet over eens zijn of de arbeidsovereenkomst van eiser is geëindigd.

Feiten

Werknemer is op 27 februari 2023 in dienst getreden in de functie van opperman bij Maris Infra B.V. (hierna: Maris). Partijen zijn in de arbeidsovereenkomst overeengekomen dat het een oproepovereenkomst voor bepaalde tijd betreft met een looptijd tot 22 december 2023 en een bruto-uurloon van € 15,12. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Bouw & Infra 2023 van toepassing. Werknemer kampt met verslavingsproblematiek. Maris was daar voor het sluiten van de arbeidsovereenkomst al van op de hoogte. Werknemer heeft in maart 2023 122,43 uur gewerkt, in april 2023 79,12 uur en in de maand mei 2023 70,57 uur. Op 23 mei 2023 heeft de ambulant begeleider van werknemer aan Maris een e-mail gestuurd met het verzoek om werknemer ziek te melden bij het UWV vanwege zijn verslavingsproblematiek. Werknemer is onder bewind gesteld. Op 19 juni 2023 is er, buiten medeweten van de bewindvoerder, contact geweest tussen werknemer en Maris. Partijen hebben die dag een (geantedateerde) vaststellingsovereenkomst getekend waarin is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst op initiatief van Maris per 22 mei 2023 met wederzijds goedvinden is beëindigd. Op 3 juli 2023 heeft de advocaat van werknemer Maris bericht dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd, omdat de bewindvoerder geen toestemming heeft gegeven voor het sluiten van de vaststellingsovereenkomst. Daarnaast wordt een beroep gedaan op de wettelijke bedenktermijn. De arbeidsovereenkomst is volgens de advocaat blijven bestaan, reden waarom zij (achterstallig) loon van Maris vordert. Maris heeft dit niet betaald. De bewindvoerder van werknemer vordert dat Maris wordt veroordeeld tot (door)betaling van een brutoloon ter hoogte van € 1.371,38 per vier weken (gebaseerd op een gemiddelde arbeidsomvang van 90,7 uren per maand x € 15,12 bruto per uur), vanaf 22 mei 2023 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd. Maris voert verweer. Volgens haar heeft zij werknemer halverwege mei 2023 expliciet laten weten dat zij hem niet meer voor werkzaamheden zou gaan oproepen. Volgens Maris blijkt uit de jurisprudentie dat het niet meer oproepen van een werknemer gelijk staat aan het opzeggen van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel

De goederen die (zullen) toebehoren aan werknemer zijn onder bewind gesteld. De uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende rechten zijn aan te merken als goederen die onder bewind staan. Artikel 1:438 lid 2 BW bepaalt dat tijdens het bewind de rechthebbende slechts met medewerking van de bewindvoerder of, indien deze weigerachtig is, met machtiging van de kantonrechter over de onder het bewind staande goederen kan beschikken. Dat brengt in dit geval mee dat werknemer niet zonder medewerking van de bewindvoerder afstand kan doen van zijn rechten die uit de arbeidsovereenkomst voortvloeien. Maris heeft erkend dat zij ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst wist dat werknemer onder bewind stond. Dit betekent dat de afspraak in de vaststellingsovereenkomst dat de arbeidsovereenkomst tussen Maris en werknemer zou eindigen, ongeldig is omdat de medewerking van de bewindvoerder ontbreekt. De arbeidsovereenkomst is dus niet met de vaststellingsovereenkomst beëindigd. Als de vaststellingsovereenkomst wel zou zijn gesloten met instemming van de bewindvoerder, dan zou de vaststellingsovereenkomst door het beroep op de wettelijke bedenktermijn ontbonden zijn. Maris heeft niet betwist dat werknemer door zijn verslavingsproblematiek arbeidsongeschikt is. Maris moet daarom het loon doorbetalen. De kantonrechter veroordeelt Maris onder verwijzing naar artikel 7:610b BW tot (door)betaling van een brutoloon ter hoogte van € 1.371,38 per vier weken vanaf 22 mei 2023 totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd.