Feiten

Werkneemster is op 5 oktober 2021 in dienst getreden bij RM Taxi B.V. in de functie van taxichauffeur. De arbeidsovereenkomst is op 5 mei 2023 van rechtswege geëindigd. In deze procedure vraagt werkneemster – kort gezegd – om betaling van achterstallig loon en een gecorrigeerde transitievergoeding van RM Taxi. Daarnaast vraagt zij om betaling van vergoedingen die daarmee verband houden en om afgifte van bepaalde loonstroken en een eindafrekening. Ook vraagt werkneemster om betaling van een schadevergoeding. Volgens werkneemster zijn niet alle uren die zij gewerkt heeft voor RM Taxi aan haar uitbetaald. Daarnaast vindt zij dat zij tijdens een periode van ziekte te weinig loon heeft ontvangen, aangezien die ziekte kwam door een conflict op de werkvloer en RM Taxi in dat kader een verwijt kan worden gemaakt. De schadevergoeding die werkneemster vraagt, heeft daar ook mee te maken. RM Taxi voert verweer en vraagt om afwijzing van de verzoeken van werkneemster.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat RM Taxi duidelijk heeft uitgelegd dat werkneemster uitbetaald heeft gekregen waar zij recht op had en dat RM Taxi niets meer aan werkneemster verschuldigd is. Deze uitleg van RM Taxi, die is onderbouwd met verschillende documenten, heeft werkneemster niet betwist. Het lag op de weg van werkneemster, als verzoekende partij, om op het verweer van RM Taxi te reageren en haar verzoek op die manier nader te onderbouwen. Nu werkneemster dit heeft nagelaten heeft zij haar verzoeken onvoldoende onderbouwd, zodat de kantonrechter deze verzoeken afwijst.