Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werkneemster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 13 december 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:12723
De kantonrechter vindt het studiekostenbeding niet duidelijk en legt dit daarom uit in het voordeel van werkneemster. Na het eindigen van de tweede uitzendovereenkomst is een termijn van 14 weken gaan lopen, omdat werkgever geen nieuwe uitzendovereenkomst heeft aangeboden. Daardoor is de terugbetalingsverplichting komen te vervallen.

Feiten

Consolid Openbaar Vervoer B.V. (hierna: Consolid) detacheert personeel en verzorgt beroepsopleidingen in de vervoerssector. Consolid en werkneemster hebben op 20 januari 2020 een opleidingsovereenkomst gesloten, waarop het Reglement opleidingen Consolid Openbaar vervoer individueel (hierna: het Reglement) van toepassing is verklaard. Werkneemster heeft de opleiding tot buschauffeur (cursus CCV Vakbekwaamheid Personenvervoer en opleiding rijbewijs D) gevolgd en Consolid heeft de daarmee gemoeide kosten van in totaal € 4.538 voorgeschoten. Nadat werkneemster de opleiding tot buschauffeur succesvol had afgerond, zijn partijen met ingang van 14 augustus 2020 een uitzendovereenkomst aangegaan voor de duur van een maand, op basis waarvan werkneemster voor 96 uur per vier weken als buschauffeur bij Connexxion tewerkgesteld is. Met ingang van 14 december 2020 zijn partijen een tweede uitzendovereenkomst aangegaan ten behoeve van de terbeschikkingstelling van werkneemster bij Connexxion. In deze uitzendovereenkomst is een uitzendbeding in de zin van artikel 7:691 lid 2 BW opgenomen. Bij brief van 29 december 2020 heeft Consolid werkneemster laten weten dat Connexxion haar tewerkstelling wegens de COVID-19 crisis zal beëindigen, als gevolg waarvan de uitzendovereenkomst op basis van het uitzendbeding per 2 januari 2021 van rechtswege is geëindigd. Consolid heeft zich in correspondentie uitgelaten over de verschuldigdheid van de opleidingskosten. Consolidad doet verschillende malen een aanbod voor passende arbeid die werkneemster volgens haar heeft geweigerd. Consolid vordert betaling van de studiekosten. Werkneemster stelt dat geen opleidingskosten verschuldigd zijn, primair omdat de opleidingskosten op grond van de opleidingsovereenkomst zijn vervallen omdat Consolid uiteindelijk geen uitzend- of arbeidsovereenkomst heeft aangeboden. Zij verzoekt Consolid te veroordelen tot betaling van € 178,09: het bedrag dat zij onverschuldigd aan Consolid heeft terugbetaald.

Oordeel

Hoewel tussen partijen op het moment van het sluiten van de opleidingsovereenkomst nog geen dienstbetrekking bestond, volgt uit die overeenkomst wel dat partijen een dienstbetrekking voor ogen hadden. Zo is daarin overeengekomen dat Consolid met werkneemster opeenvolgende uitzend/arbeidsovereenkomsten aan zal gaan als zij alle examens ten behoeve van rijbewijs D heeft behaald. Partijen zijn uiteindelijk ook uitzendovereenkomsten aangegaan. Volgens Consolid vloeit uit de opleidingsovereenkomst geen verplichting voort om gedurende de gehele terugbetalingsperiode van 78 weken aansluitende uitzendovereenkomsten aan te bieden. In de opleidingsovereenkomst staat niet wanneer de termijn van 78 weken begint. Desgevraagd heeft Consolid op de zitting toegelicht dat die termijn gaat lopen op de datum van de eerste uitzendovereenkomst. Deze toelichting strookt echter niet met de uitleg die Consolid geeft aan artikel 4.g.2 van de opleidingsovereenkomst, die onder meer inhoudt dat de termijn van 78 weken gaat lopen na afronding van de opleiding. De tekst van de opleidingsovereenkomst biedt naar het oordeel van de kantonrechter geen aanknopingspunten voor de uitleg van Consolid. Bovendien zou de uitleg van Consolid met zich brengen dat het desbetreffende artikel zijn werking al verliest zodra binnen de genoemde periode slechts één uitzendovereenkomst (ook van korte duur) is aangeboden. Een dergelijke uitleg heeft verstrekkende gevolgen voor de cursist. In een situatie als bij Consolid waar steeds uitzendcontracten van zeer korte duur (met soms zelfs een uitzendbeding) aan de cursist worden aangeboden, zijn de mogelijkheden voor Consolid om de arbeidsrelatie te beëindigen immers zeer ruim. Daarmee is het risico voor de cursist dat hij met een forse terugbetalingsplicht blijft zitten zonder dat hij een baan/inkomsten heeft om terug te verdienen aanzienlijk. De kantonrechter vindt dat de uitleg die werkneemster aan de bepaling geeft méér voor de hand ligt. Die houdt in dat de terugbetalingstermijn van 78 weken begint op de datum van de eerste uitzendovereenkomst. Vervolgens komt de terugbetalingsverplichting te vervallen als Consolid na het eindigen van een uitzend/arbeidsovereenkomst binnen die terugbetalingstermijn van 78 weken niet binnen 14 weken nadat de laatste uitzendovereenkomst (op initiatief van Consolid) is geëindigd, een (nieuwe) uitzendovereenkomst kan aanbieden. De vordering van Consolid wordt afgewezen. De tegenvordering van werkneemster wordt toegewezen.