Feiten

Werknemer stelt dat hij op 8 mei 2023 voor onbepaalde tijd bij werkgever in dienst is getreden als allround medewerker. Hij bereidde maaltijden voor, bezorgde maaltijden en maakte schoon. Werkgever zou het loon om de twee maanden uitbetalen. Uiteindelijk heeft werknemer in de maanden mei, juni en juli in totaal 579,2 uur gewerkt. Werkgever heeft echter slechts een bedrag van € 1.850 netto aan loon betaald. Werknemer eist daarom € 2.782 achterstallig loon.

Oordeel

De loonvordering heeft naar haar aard een spoedeisend karakter. Ter onderbouwing van zijn vordering heeft werknemer een overzicht overgelegd van de dagen en het aantal uur dat hij voor werkgever heeft gewerkt. Ook heeft werknemer foto’s overgelegd waaruit blijkt dat hij op 30 juni 2023 en op 2 juli 2023 maaltijden heeft bezorgd. Werknemer heeft nooit loonstroken ontvangen. De kantonrechter oordeelt als volgt. Het door werknemer overgelegde overzicht is door hem zelf opgesteld en niet door werkgever voor akkoord ondertekend. Weliswaar heeft werkgever erkend dat werknemer enige werkzaamheden heeft verricht, maar nu werknemer zelf heeft gesteld voor zijn werkzaamheden al € 1.850 netto te hebben ontvangen, is op dit moiment niet duidelijk of nog een door werkgever aan werknemer te betalen bedrag resteert. Om dat te kunnen beoordelen zal – na bewijslevering – vastgesteld moeten worden of en zo ja hoeveel uren werknemer in het kader van een arbeidsovereenkomst voor werkgever heeft gewerkt en in hoeverre dit het al door hem ontvangen bedrag overstijgt. In het kader van dit kort geding is geen ruimte voor nadere bewijslevering. Daarom kan op dit moment niet worden geoordeeld dat de eis van werknemer in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen. Dit betekent dat de eis van werknemer wordt afgewezen.