Rechtspraak
Feiten
Werknemer is op 1 april 2023 bij werkgever in dienst getreden en vervulde laatstelijk de functie van commercieel medewerker tegen een loon van € 3.008 bruto per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten. Voorafgaand aan dit dienstverband verrichtte werknemer vanaf maart/april 2022 werkzaamheden voor werkgever als zelfstandige. Partijen hebben daarbij een bonusregeling besproken. Op 15 juni 2023 is werknemer telefonisch op staande voet ontslagen, wegens het niet nakomen van afgesproken werktijden en afspraken, bij herhaling liegen tegen de werkgever en onheus bejegenen van de werkgever. Bij brief van 15 juni 2023, die per e-mail is verstuurd, is het ontslag op staande voet bevestigd. Werknemer berust en vordert onder meer achterstallig salaris, transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding, billijke vergoeding en terugbetaling van een ten onrechte verrekende kilometervergoeding.
Oordeel
Werknemer heeft de door werkgever aangedragen gronden ontkend en aangevoerd dat hij feitelijk niet weet waarop werkgever doelt. Het is hem dan ook onmogelijk gemotiveerd verweer te voeren tegen de aantijgingen van werkgever. De kantonrechter stelt vast dat de aangevoerde redenen voor het gegeven ontslag op staande voet geen van allen zijn onderbouwd met concrete voorbeelden. Het blijft allemaal duister voor de kantonrechter. Weliswaar stelt werkgever dat er een zeer uitgebreid dossier is opgebouwd, maar hiervan is niets gebleken. In elk geval zijn de stellingen van werkgever met geen enkel stuk onderbouwd. Nu het gegeven ontslag op staande voet onderbouwing mist, staat vast dat het ten onrechte is gegeven. De overige verweren met betrekking tot de geldigheid van het ontslag hoeven daarom niet meer besproken te worden. Werknemer heeft recht op een aantal vergoedingen: (a) € 1.668,67 aan ten onrechte verrekende privékilometers, (b) een transitievergoeding van € 208,30 bruto, (c) een gefixeerde schadevergoedingvan € 3.008 bruto en (d) een billijke vergoeding van € 12.300 bruto.