Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Hogeschool Rotterdam
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 24 november 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:12348
Voorwaarde promotie toegezegd door Hogeschool Rotterdam. Loonvoordering van werknemer toegewezen.

Feiten

Werknemer is op 10 februari 2017 in dienst getreden bij Hogeschool Rotterdam als kerndocent. In het beoordelingsverslag van 27 november 2023 staat het volgende vermeld. “Met de onderwijsmanager is afgesproken dat werknemer deze twee projecten inzet als activiteit om over twee jaar promotie naar schaal 12 te kunnen maken. Naast deze twee activiteiten neemt werknemer ook deel aan de werkgroep Internationaal en de Rekenkamercommissie. Voor de projecten langstuderen en mbo kan werknemer bij goede uitvoering een promotie maken naar schaal 12.” Werknemer vordert dat Hogeschool Rotterdam wordt veroordeeld om hem binnen een maand te promoveren naar de functie van Hogeschooldocent en te veroordelen tot betaling van € 5.880,05 aan gederfde inkomsten. Volgens werknemer heeft Hogeschool Rotterdam een toezegging gedaan en heeft hij aan alle in die toezegging gestelde voorwaarden voldaan. Hogeschool Rotterdam moet als goed werkgeefster haar toezegging nakomen. Op basis daarvan maakt werknemer aanspraak op promotie naar de functie hogeschooldocent en misgelopen looninkomsten. Hogeschool Rotterdam betwist dat werknemer op basis van zijn presteren en de gemaakte afspraken recht heeft op promotie. Hogeschool Rotterdam stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van het goed voltooien van het project.

Oordeel

Hogeschool Rotterdam stelt zich op het standpunt dat geen sprake is van het goed voltooien van het project. Daar waar in de stukken geen toezegging is gedaan, wordt dat standpunt niet nader onderbouwd en daarom verworpen. Tussen partijen is niet in geschil dat beide projecten als “goed” zijn beoordeeld. In deze procedure stelt Hogeschool Rotterdam zich echter op het standpunt dat de projecten weliswaar als “goed” zijn beoordeeld, maar “op niveau 11”. Hogeschool Rotterdam stelt nu dat het project als goed moet zijn beoordeeld “op niveau 12”, dus op het niveau van een hogeschooldocent. Dit blijkt echter nergens uit. In het verslag staat onder afspraken alleen: “(…) bij goede uitvoering een promotie naar schaal 12”. Als Hogeschool Rotterdam het belangrijk gevonden had dat werknemer het project op niveau 12 uitvoerde, dan had zij dat in het verslag moeten opnemen en dan had zij concreter moeten maken wat dat dan precies betekent. Wat precies het verschil is tussen een goede beoordeling “op niveau 11” en een goede beoordeling “op niveau 12”, heeft Hogeschool Rotterdam echter niet duidelijk gemaakt. Daar komt bij dat op het moment van afgeven van de beoordeling duidelijk was dat het project bij een goede beoordeling een promotie tot gevolg zou hebben. Als Hogeschool Rotterdam op dat moment van mening was dat de projecten daarvoor niet geschikt waren dan had zij de promotie niet van de goede uitvoering daarvan afhankelijk moeten stellen. Hogeschool Rotterdam heeft aan werknemer een voorwaardelijke promotie toegezegd en de voorwaarden daarvoor zijn vervuld. De vordering van werknemer is dan ook toewijsbaar.