Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 7 februari 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:718
Werkgever is aanzegvergoeding verschuldigd. Ook dient werkgever achterstallig loon aan werknemer te voldoen. Wettelijke verhoging wordt ambtshalve gematigd tot nihil, omdat werkgever al een jaar het nodige te stellen heeft gehad met werknemer.

Feiten

Werknemer werkt sinds 17 september 2020 bij werkgeefster als medewerker was- en poetsplaats. Hij is destijds een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar aangegaan, die nadien is voortgezet. De overeenkomst is vervolgens weer met een jaar verlengd, tot 17 september 2022. In 2023 hebben zich in de privésfeer van werknemer een aantal gebeurtenissen voorgedaan, waardoor meermaals sprake is geweest van verzuim op het werk. Hierdoor zijn fricties ontstaan. Op 28 september 2023 zijn partijen om de tafel gaan zitten en is gesproken over omzetting van de arbeidsovereenkomst naar een oproepcontract. In oktober en november 2023 heeft werkgeefster aan werknemer loon uitbetaald op basis van het aantal door hem gewerkte uren. Werknemer heeft zich op 4 december 2023 ziek gemeld en heeft daarna niet meer gewerkt. Nadien is geen loon meer betaald. Werknemer verzoekt toekenning van de aanzegvergoeding en veroordeling van werkgeefster tot betaling van zijn loon vanaf 1 december 2023.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Aanzegvergoeding

Werkgeefster is een aanzegvergoeding verschuldigd. Het gaat om één maand loon, dus € 2.083,02 bruto. Werkgeefster heeft werknemer immers niet schriftelijk geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst.

Loon

Ook het verzoek tot veroordeling van werkgeefster tot betaling van loon vanaf 1 december 2023, plus de vakantietoeslag op het moment dat deze opeisbaar is, wordt toegewezen. De reden hiervoor is dat werknemer hierop recht heeft op grond van zijn arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst is met ingang van 17 september 2023 tussen partijen stilzwijgend voortgezet en geldt sindsdien als aangegaan voor onbepaalde tijd. Op die datum is namelijk sprake geweest van drie opvolgende jaarcontracten. Niet is komen vast te staan dat de arbeidsovereenkomst nadien met instemming van werknemer gewijzigd is in een oproepcontract. Daarvoor is een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer nodig. Die ontbreekt, althans nergens blijkt uit dat werknemer dit heeft gewild en hiermee heeft ingestemd. Daarom wordt ervan uitgegaan dat werknemer bij werkgeefster werkzaam is op basis van de met ingang van 17 september 2023 voortgezette arbeidsovereenkomst. Uit artikel 5 van de arbeidsovereenkomst volgt dat werkgeefster tijdens ziekte het loon moet doorbetalen met inachtneming van artikel 7:629 BW en de cao Metaal en Techniek. In de eerste zes maanden gaat het om 100% van het loon.

Wettelijke verhoging ambtshalve gematigd tot nihil

De kantonrechter ziet aanleiding de verzochte wettelijke verhoging ambtshalve te matigen tot nihil. Werkgeefster heeft al een jaar het nodige te stellen gehad met werknemer door persoonlijke omstandigheden die in zijn risicosfeer liggen, met onder meer uitval en verzuim tot gevolg. In verband met een veroordeling van werknemer tot een taakstraf van 60 uur met een rijontzegging heeft hij een aantal maandagen niet gewerkt, maar is zijn loon wel doorbetaald. Werknemer is vervolgens dakloos geworden en heeft tijdelijk bij zijn ouders gewoond, in welke periode het voor werkgeefster onduidelijk was of werknemer zijn arbeidsovereenkomst kon voortzetten, gelet op de lange reisafstand. Werkgeefster heeft zelfs woonruimte in de buurt geregeld voor werknemer, waar hij drie maanden heeft gewoond. In verband met het overlijden van zijn vader is werknemer drie weken betaald verlof gegeven om te rouwen, wat een langere periode is dan conform de cao. Ondanks het voorgaande heeft werknemer aanspraak gemaakt op de aanzegvergoeding. Juridisch gezien kan hij deze te gelde maken, maar onder de gegeven omstandigheden is dit wel aanleiding geen wettelijke verhoging over de loonvordering toe te kennen.