Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Hegron Cosmetics B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 8 februari 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:1152
Concurrentiebeding in kort geding gedeeltelijk geschorst, zodat werkneemster elders in dienst kan treden als manager R&D. Onvoldoende gebleken dat werkneemster kennis heeft van belangrijke informatie of unieke werkprocessen. Belang werkneemster bij overstap prevaleert.

Feiten

Werkneemster is bij Hegron Cosmetics B.V. (hierna: Hegron) werkzaam in de functie van senior ontwikkelaar. In de arbeidsovereenkomst van werkneemster is een concurrentiebeding opgenomen. Tevens is in de arbeidsovereenkomst een boetebepaling opgenomen. Bij overtreding van het concurrentiebeding verbeurt werkneemster een boete van € 5.000 per overtreding en € 500 per dag dat de overtreding voortduurt. Werkneemster heeft de arbeidsovereenkomst met Hegron opgezegd tegen 30 november 2023. Op 20 november 2023 heeft de gemachtigde van Hegron werkneemster gewezen op het concurrentiebeding en het daaraan verbonden boetebeding. In reactie heeft de gemachtigde van werkneemster laten weten dat zij in dienst zal treden bij Universal Cosmetics B.V. (hierna: Universal) in de functie van manager R&D. Volgens de omschrijving in het handelsregister bestaan de activiteiten van Universal uit: “Vervaardiging van parfums en cosmetica. Ontwikkeling, productie en im- en export van en groothandel in cosmetica.” Werkneemster vordert gehele dan wel gedeeltelijke schorsing van het concurrentiebeding, zodat zij bij Universal in dienst kan treden.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Concurrentiebeding

Er bestaat voldoende grond om het concurrentiebeding gedeeltelijk te schorsen, in die zin dat het werkneemster zal zijn toegestaan om voor Universal werkzaam te zijn in de functie van manager R&D. De kantonrechter laat in het midden of Hegron en Universal concurrenten zijn. Ook als dat het geval is, geldt namelijk dat het voldoende aannemelijk is geworden dat Hegron en Universal voornamelijk verschillende producten maken en verkopen, en er niet tot nauwelijks ‘overlap’ is tussen beide bedrijven. Ter zitting heeft Hegron toegelicht dat bepaalde producten door zowel Hegron als Universal worden geproduceerd en verkocht, maar uit die toelichting blijkt ook dat dergelijke ‘overlappende’ producten een beperkt deel uitmaken van de omzet en verkoop van Hegron. Een dergelijke beperkte ‘overlap’ is onvoldoende voor de conclusie dat het bedrijfsdebiet van Hegron wezenlijk kan worden aangetast als werkneemster in dienst treedt bij Universal. Verder brengt de belangenafweging mee dat onvoldoende is gebleken dat werkneemster vanwege haar functie op de hoogte is van belangrijke informatie of unieke werkprocessen van Hegron en dat zij Universal daardoor een concurrentievoordeel geeft of kan geven. Werkneemster heeft voldoende aangetoond dat zij belang heeft bij de overstap, gelet op de positieverbetering die zij bij Universal kan krijgen. Werkneemster krijgt bij Universal immers een leidinggevende functie en een hoger salaris. 

Schadevergoeding

De vordering van werkneemster tot veroordeling van Hegron tot betaling van een schadevergoeding wordt afgewezen. Anders dan werkneemster stelt, is het niet onrechtmatig dat Hegron een beroep heeft gedaan op het concurrentiebeding, zodat schadevergoeding niet toewijsbaar is.