Rechtspraak
Feiten
Werkneemster is op 21 augustus 2023 in dienst getreden bij werkgever in de functie van ‘vakkracht horeca’. Werkneemster werkt gemiddeld 20 uren per week tegen een salaris van € 1.177,79 bruto, exclusief 8% vakantiegeld. Zij heeft vanaf november 2023 geen loon meer gekregen, omdat werkgever financieel niet in staat is om het loon te betalen. Werkneemster is vanaf 4 december 2023 ziek. Werkgever heeft haar niet aangemeld bij de bedrijfsarts noch de ziekmelding doorgegeven aan het UWV. Werkgever heeft erkend dat het loon niet (volledig) is betaald. Werkgever wil de onderneming verkopen en is daarover in onderhandeling met een andere partij, maar de overname is nog niet rond. Met deze procedure wil werkneemster bewerkstelligen dat zij haar loon ter hoogte van € 7.632,08 bruto ontvangt en dat werkgever haar aanmeldt bij de bedrijfsarts.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Achterstallig salaris
Omdat werkgever erkend heeft dat het loon niet is betaald, zal de vordering van werkneemster worden toegewezen. De kantonrechter heeft geconstateerd dat in de berekening van werkneemster een rekenfout zit. Het brutoloon over de periode van augustus tot en met november 2023 bedraagt € 6.349,82. Inclusief vakantiegeld gaat het om € 6.857,81. Een deel daarvan is betaald, namelijk € 2.794,99 netto. Dat deel ziet op het loon over de periode van augustus tot en met oktober. Door desondanks brutoloon te vorderen over de gehele periode en daarop een nettobedrag in mindering te brengen, maakt werkneemster de vordering nodeloos ingewikkeld. De kantonrechter zal het loon toewijzen over de periode dat werkgever gestopt is met betalen, te weten: november, december en januari. Het achterstallige loon bedraagt dan € 3.816,04.
Aanmelding bedrijfsarts
Werkgever heeft ter zitting uitgelegd dat de bedrijfsarts niet is ingeschakeld in verband met de kosten daarvan. Dat werkgever die kosten niet kan betalen, komt echter voor zijn rekening en risico. Hij is namelijk als werkgever verplicht om bij verzuim de bedrijfsarts in te schakelen. De vordering van werkneemster zal dan ook worden toegewezen. De dwangsom, waartegen werkgever wel verweer heeft gevoerd in verband met de hoogte daarvan, zal worden vastgesteld op € 50 per dag met een maximum van € 5.000.