Rechtspraak
Feiten
Werknemer is per 1 maart 2023 in dienst getreden als verkeersregelaar op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Ter uitvoering van zijn werkzaamheden heeft hij een verkeersregelaarspas ontvangen. Bij brief van 30 juni 2023 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd. Na contact tussen de partijen over de eindafrekening en het inleveren van de verkeersregelaarspas heeft werknemer een gemachtigde ingeschakeld om betaling van de eindafrekening te vorderen. Werknemer vordert betaling van het onbetaalde salaris, te vermeerderen met de wettelijke verhoging, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. Het verschuldigde salaris is niet betwist door werkgever. Werkgever heeft uitbetaling van het salaris echter opgeschort tot werknemer zijn verkeersregelaarspas inlevert.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De loonvordering wordt toegewezen nu deze niet betwist is door werkgever. De wettelijke verhoging wordt ook toegewezen. Het te laat uitbetalen van het salaris is toe te rekenen aan werkgever, die zelf voor de opschorting van het salaris gekozen heeft. Een vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten wordt eveneens toegewezen. De vordering van werknemer tot de wettelijke rente wordt ook toegewezen. Over de buitengerechtelijke kosten wordt geen wettelijke rente toegewezen omdat niet is gesteld of gebleken wanneer werknemer de kosten precies heeft voldaan. Werkgever wordt in conventie in de proceskosten veroordeeld. Werknemer heeft niet betwist dat hij de verkeersregelaarspas aan werkgever dient af te geven, waardoor de tegenvordering van werkgever eveneens wordt toegewezen. In reconventie wordt werknemer daarom in de proceskosten veroordeeld, die op nihil worden vastgesteld omdat werkgever geen gemachtigde heeft ingeschakeld.