Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 18 oktober 2023
ECLI:NL:RBNHO:2023:10390
Werknemer heeft duidelijk en ondubbelzinnig opgezegd door op te zeggen, te stoppen met zijn werkzaamheden en de opzegging via de Whatsapp te bevestigen. De gevorderde billijke, transitie- en gefixeerde schadevergoeding worden afgewezen.

Feiten

Werknemer is in dienst bij een vennootschap onder firma. Werkgeefster heeft aan werknemer te kennen gegeven een verkeersboete te willen inhouden op het loon van werknemer. Werknemer heeft toen gezegd te stoppen met werken als werkgeefster de boete zou inhouden. Werkgeefster heeft aangegeven de boete toch in te houden, waarop werknemer heeft aangegeven te stoppen met werken. Werkgeefster heeft werknemer naar huis gebracht. Later die dag heeft werknemer via de Whatsapp-groep van werkgeefster laten weten aan zijn collega’s dat hij per direct zou stoppen. Werknemer verzoekt om toekenning van een billijke vergoeding, om veroordeling van werkgeefster tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding en een transitievergoeding. Ook vraagt werknemer om betaling van niet-genoten vakantiedagen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De mededelingen en omstandigheden kunnen, in onderlinge samenhang bezien, naar het oordeel van de kantonrechter niet anders worden gezien dan als een luide en duidelijke opzegging door werknemer. Er was geen reden voor werkgeefster om nader onderzoek te doen naar de vraag of werknemer daadwerkelijk ontslag wilde nemen. De boodschap was immers niet voor misverstand vatbaar en er waren geen omstandigheden op grond waarvan werkgeefster moest twijfelen aan de bedoelingen van werknemer. Er is niet gebleken van een zodanige geestelijke stoornis dat de opzegging ongeldig zou zijn of vernietigd zou moeten worden. Nu het Whatsapp-bericht van werknemer enkele uren na het gesprek verstuurd is, valt niet in te zien dat in een opwelling tot opzegging is overgegaan. Nagenoeg alle verzoeken van werknemer dienen te worden afgewezen. Wel kan het verzoek om werkgeefster te veroordelen tot betaling van niet-genoten vakantiedagen worden toegewezen. De gevorderde wettelijke verhoging over de vakantiedagen wordt gematigd tot nihil vanwege de omstandigheden van het geval. Werknemer wordt veroordeeld in de proceskosten. Omdat niet is gebleken wat de concrete proceskosten van werkgeefster waren, wordt het forfaitaire bedrag van € 50 toegewezen.