Feiten

Werkneemster is werkzaam bij Erasmus Personenschade B.V. (Erasmus). Vanaf 1 februari 2024 heeft zij geen loon meer ontvangen. Werkneemster vordert daarom veroordeling van Erasmus tot betaling van het loon vanaf februari 2024, inclusief wettelijke verhoging, rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens eist zij dat Erasmus deugdelijke salarisspecificaties over de maanden februari 2024 tot en met april 2024 afgeeft en daarna maandelijks de salarisspecificaties verstrekt. Erasmus is niet verschenen tijdens de zitting van 15 mei 2024, waarop tegen haar verstek is verleend.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat werkneemster een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen en wijst het grootste deel van de vorderingen toe, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond lijken. Erasmus wordt veroordeeld om het achterstallige loon over de periode van 1 februari 2024 tot en met 30 april 2024 te betalen, met inbegrip van de wettelijke verhoging en rente. De kantonrechter wijst echter het deel van de vordering betreffende de wettelijke verhoging over het loon vanaf mei 2024 af, omdat in kort geding terughoudend moet worden omgegaan met het toewijzen van een geldvordering. Het is nog niet bekend of Erasmus het loon vanaf mei 2024 tijdig zal betalen en of zij daardoor wettelijke verhoging verschuldigd zal zijn. De wettelijke verhoging kan bovendien worden gematigd, waarbij alle omstandigheden kunnen worden betrokken. Het is voor de kantonrechter nu niet mogelijk om eventuele toekomstige omstandigheden mee te wegen. De kantonrechter beperkt en matigt de geëiste dwangsom die is verbonden aan de veroordeling om loonstroken af te geven tot € 50 per dag met een maximum van € 5.000, om Erasmus een voldoende prikkel te geven om aan haar verplichtingen te voldoen.