Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 18 juni 2024
ECLI:NL:RBOVE:2024:3242
Gevorderde schadevergoeding niet toewijsbaar, nu werkgeefster niet aan haar stelplicht heeft voldaan. De kantonrechter kan niet tot de conclusie komen dat werknemer als gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid schade heeft toegebracht aan werkgeefster.

Feiten

Wacker Neuson B.V. (hierna: WN) exploiteert een bedrijf dat zich onder meer bezighoudt met de verkoop en verhuur van machines die worden gebruikt in de bouw. Werknemer is op 15 september 1980 in dienst getreden bij WN. Vanaf 2017 is werknemer aangesteld als rental manager Nederland. Op 8 juni 2021 is een collega van werknemer, die werkzaam was op de salesafdeling, op staande voet ontslagen vanwege een grootschalige fraude binnen de verkoopafdeling. Per 1 maart 2022 heeft WN een nieuwe algemeen directeur gekregen. Omdat deze algemeen directeur graag wilde weten hoe de verhuurafdeling ervoor stond en van mening was dat werknemer hem daarover onvoldoende inzicht gaf, is hij op enig moment samen met de financieel directeur van WN een onderzoek gestart naar die afdeling. Op 25 november 2022 heeft WN werknemer op staande voet ontslagen vanwege, kort gezegd, frauduleus handelen. Dit ontslag op staande voet heeft bij de rechter geen stand gehouden. In deze zaak vordert WN schadevergoeding van werknemer, omdat deze de geldende voorschriften en procedures voor de verhuur van machines zou hebben geschonden en WN daardoor schade zou hebben geleden. Volgens WN is die schade het gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid als bedoeld in artikel 7:661 lid 1 BW. Werknemer betwist deze vordering gemotiveerd.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat WN niet aan haar stelplicht heeft voldaan. Ten eerste heeft zij in het licht van de gemotiveerde betwisting van werknemer onvoldoende weten toe te lichten en te onderbouwen wat de precieze inhoud was van de voorschriften en procedures die werknemer zou hebben geschonden. Hoewel op zichzelf in beginsel juist is dat het evident is dat je geen producten van je werkgever gratis mag weggeven, betekent het enkele feit dat dit is gebeurd naar het oordeel van de kantonrechter echter nog niet dat werknemer de wil had om WN schade te berokkenen of zich roekeloos heeft gedragen en zich daarvan bewust was. Werknemer of zijn medewerkers kan/kunnen immers, zoals werknemer betoogt, ook uit commerciële overwegingen hebben besloten zogenoemde nulfacturen te versturen, hoge kortingen te geven en/of geen transport- en verzekeringskosten in rekening te brengen. WN heeft desgevraagd ter zitting namelijk niet weersproken dat werknemer de commerciële vrijheid had om afwijkende afspraken te maken, zodat hiervan moet worden uitgegaan. Werknemer heeft ten aanzien van die afwijkende afspraken bovendien onweersproken aangevoerd dat hij heeft gehandeld in lijn met hetgeen hij al 20 jaar gewend was te doen en dat hij in al die jaren nooit op die handelwijze is aangesproken, bijvoorbeeld door de financieel of commercieel directeur. Het is daarnaast naar het oordeel van de kantonrechter wel degelijk mogelijk dat werknemer of zijn medewerkers fouten en/of verkeerde afwegingen heeft/hebben gemaakt, wat in die gevallen niet kan worden aangemerkt als het opzettelijk of door roekeloosheid toebrengen van schade. Gelet op het door werknemer gevoerde verweer, had WN (voldoende) aanvullende feiten en omstandigheden moeten aanvoeren op grond waarvan zou moeten worden aangenomen dat werknemer niettemin en anders dan hij zelf doet voorkomen, de wil heeft gehad om WN schade te berokkenen, althans waaruit naar objectieve maatstaven kan worden afgeleid dat hij voorafgaand aan het ontstaan van de schade zich daadwerkelijk bewust was van de roekeloosheid van zijn handelen. Nu WN dit heeft nagelaten, heeft zij ook wat dit betreft niet aan haar stelplicht voldaan.