Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 12 juni 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:5758
Feiten
Werknemer is op 1 december 2022 in dienst getreden bij ProTech3D Solutions B.V. (hierna: ProTech). Werknemer heeft zijn sleutelbeen gebroken en heeft zich daarna ziek gemeld. Vanaf 1 december 2023 is de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voortgezet. Volgens werknemer heeft ProTech sindsdien te weinig salaris betaald en is sinds maart 2024 helemaal geen salaris meer betaald. Werknemer vordert het te weinig betaalde loon, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en wettelijke rente. ProTech voert aan in maart 2024 een loonstop te hebben toegepast en werknemer op 24 mei 2024 op staande voet te hebben ontslagen op de grond dat werknemer een arbeidsovereenkomst zou hebben vervalst om een te hoge loonvordering te kunnen instellen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nergens blijkt uit dat werknemer zich niet aan enige re-integratieverplichting heeft gehouden of werk heeft geweigerd. Vaststaat dat werknemer sinds 23 augustus 2023 ziek is, ProTech pas eind maart 2024 een bedrijfsarts heeft ingeschakeld en dat de bedrijfsarts op 5 april 2024 een advies voor re-integratie heeft gegeven. ProTech heeft aangevoerd dat werknemer al eerder re-integratieafspraken zou hebben gemaakt, maar heeft dit niet geconcretiseerd. Er was geen reden een loonstop toe te passen. ProTech moet ook het loon vanaf het ontslag op staande voet doorbetalen. Het ontslag op staande voet is gestoeld op valsheid in geschrifte, terwijl (nog) niet kan worden aangenomen dat daar sprake van is. Daarnaast is het ontslag op staande voet enkele dagen voor de mondelinge behandeling gegeven. De termijn om het ontslag aan te vechten staat nog open en werknemer heeft aangevoerd dat van plan te zijn. Het verweer van ProTech dat werknemer vanaf 24 mei 2024 geen recht meer heeft op loon wordt daarom gepasseerd. Partijen hebben beiden ondertekende arbeidsovereenkomsten overgelegd waarin wordt uitgegaan van andere salarissen en andere percentages van doorbetaling bij ziekte. Het is aan ProTech om aan te tonen dat werknemer de door hem voorgelegde arbeidsovereenkomst heeft vervalst, wat ProTech onvoldoende heeft gedaan. Daarbij wordt betrokken dat ProTech dubbelzinnige verklaringen heeft afgelegd over de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst. Zo is uit correspondentie gebleken dat de arbeidsovereenkomst met het hogere loon en de hogere doorbetaling wel door ProTech zou zijn erkend, en lijkt ProTech in andere correspondentie te erkennen dat pas vanaf februari 2024 sprake zou zijn geweest van het werken met 70% doorbetaling. ProTech dient de wettelijke verhoging van 50% over de loonvordering te betalen. De wettelijke rente over de loonvordering wordt eveneens toegewezen en ProTech wordt veroordeeld salarisspecificaties te verstrekken aan werknemer. ProTech wordt niet veroordeeld de wettelijke verhoging te betalen over het loon vanaf juni 2024; er dient terughoudend te worden omgegaan met het toewijzen van een geldvordering in kort geding. Tot slot wordt ProTech in de proceskosten veroordeeld.