Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Fit met Zorg B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 13 maart 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:11594
Omdat niet is komen vast te staan dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, wordt bij de verdere beoordeling uitgegaan van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één maand, welke overeenkomst, naar het oordeel van de kantonrechter, van rechtswege is geëindigd. Verzoeken werkneemster tot onder meer vernietiging opzegging afgewezen.

Feiten

Werkneemster is op 1 oktober 2023 in dienst getreden bij Fit met Zorg B.V. (hierna: werkgever) in de functie van officemanager voor 24 uur per week. De arbeidsovereenkomst is mondeling tot stand gekomen en is niet schriftelijk vastgelegd. Voorafgaand en na het sluiten van de arbeidsovereenkomst heeft er onder meer een kennismakingsgesprek plaatsgevonden, heeft werkneemster een paar uur meegelopen bij werkgever en hebben partijen gecommuniceerd over arbeidsvoorwaarden en de contractvorming. De arbeidsovereenkomst is niet schriftelijk vastgelegd. Er wordt geen overeenstemming bereikt. Werkgever gaat uit van een arbeidsovereenkomst voor de duur van één maand en werkneemster gaat uit van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Werkgever stelt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege is beëindigd. Werkneemster verzoekt primair onder meer vernietiging van de opzegging en loon(doorbetaling) en subsidiair een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, de transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 13.530,24 bruto. Werkgever verzoekt een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Oordeel

Niet in geschil is dat er een arbeidsovereenkomst tussen partijen heeft bestaan en dat deze niet schriftelijk is vastgelegd. De werkgever heeft de stelling dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd uitvoerig gemotiveerd. De kantonrechter neemt tot uitgangspunt dat in zaken die voortvloeien uit de Wet werk en zekerheid (Wwz), zoals deze zaak, het bewijsrecht in beginsel van toepassing is, tenzij de aard van de zaak zich hiertegen verzet. In dit geval verzet de aard van de zaak zich, naar het oordeel van de kantonrechter, niet tegen toepassing van het bewijsrecht. Werkneemster krijgt de bewijslast van haar stelling dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkneemster haar stelling dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is overeengekomen onvoldoende onderbouwd. Uit geen van de in het geding gebrachte stukken volgt dat partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zijn overeengekomen. Nu niet komt vast te staan dat sprake is van een overeenkomst voor onbepaalde tijd wordt uitgegaan van een arbeidsovereenkomst voor de periode van 1 tot en met 31 oktober 2023. Naar het oordeel van de kantonrechter is deze overeenkomst van rechtswege geëindigd op 31 oktober 2023. De verzoeken van werkneemster worden afgewezen.