Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 2 juli 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:6802
Uitleg vaststellingsovereenkomst inzake uitkering van bonus. Vordering werkneemster toegewezen.

Feiten

Werkneemster is sinds 2 februari 2017 in dienst bij Humanis Capitalis B.V. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is naar aanleiding van mediation met wederzijds goedvinden geëindigd per 1 januari 2024. Partijen hebben de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en de daartoe gemaakte afspraken vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst, die door beide partijen is ondertekend op 30 juni 2023. Op 22 december 2023 heeft Humanis Capitalis de eindafrekening en de loonstrook over de maand december 2023 aan werkneemster gemaild. Hieruit blijkt dat de bonus tot en met week 49 van 2023 is betaald. In een e-mail van 27 december 2023 heeft werkneemster aan de HR-manager bij Flexpedia bericht dat zij nog recht heeft op uitbetaling van de bonus over de weken 50 tot en met 52 van 2023. In een e-mail van 28 december 2023 heeft de HR-manager aan werkneemster geschreven: ‘Zoals jaren gebruikelijk wordt in december de bonus uitgekeerd voor de weken die mogelijk zijn. Jij bent uit dienst per 31-12-2023 dus de bonus aanspraak over de maand december hebben wij uitbetaald. In januari worden wederom bonus uitbetaald alleen valt dit niet in jouw dienstverband en volgens de gemaakte afspraken. (…)’. In een e-mail van 2 januari 2023 heeft werkneemster aan de HR-manager geschreven dat het feit dat Flexpedia de uitzenduren (in weken 50 tot en met 52) pas in januari uitkeert haar recht daarop niet wegneemt, dat daarom de bonusaanspraak over de maand december specifiek is benoemd in de vaststellingsovereenkomst en dat het ook zo is besproken met de advocaat, Flexpedia en de mediator. Werkneemster vordert dat de kantonrechter bij wijze van voorlopige voorziening Humanis Capitalis veroordeelt tot betaling van de provisie over de weken 50 tot en met 52 van het kalenderjaar 2023. Humanis Capitalis betwist de vordering.

Oordeel

De kantonrechter komt tot de conclusie dat werkneemster recht heeft op uitkering van de bonus over de weken 50 tot en met 52 van 2023. De kernvraag is of Humanis Capitalis op grond van de vaststellingsovereenkomst gehouden is om de bonus over de weken 50 tot en met 52 van 2023 aan werkneemster te betalen. Uit de letterlijke tekst van artikel 3 van de vaststellingsovereenkomst volgt dat de eindafrekening binnen 30 dagen na de einddatum van de arbeidsovereenkomst (1 januari 2024) wordt opgemaakt en dat Humanis Capitalis bij die eindafrekening de bonusaanspraak over de maand december 2023 betaalt. De letterlijke tekst van artikel 5 biedt ook steun aan de stelling van werkneemster dat zij recht heeft op betaling van de bonus over de weken 50 tot en met 52 van 2023. Humanis Capitalis heeft haar stelling dat de bonusaanspraak over de weken 50 tot en met 52 van 2023 moet worden toegerekend aan de maand januari 2024 gegrond op de betaalmethode van de bonusregeling, zoals die tijdens de arbeidsovereenkomst steeds is uitgevoerd. De bonusaanspraak over de weken 50 tot en met 52 wordt niet in december 2023, maar in januari 2024 berekend en uitgekeerd. Dat is na de einddatum van de arbeidsovereenkomst, zodat werkneemster daarop geen aanspraak kan maken, aldus Humanis Capitalis. Partijen zijn het erover eens, zoals ook in het bonusaddendum van 1 maart 2021 staat, dat de bonusuitkering altijd pas achteraf kan worden berekend. Naar het oordeel van de kantonrechter ligt in het woord ‘achteraf’ al besloten dat de bonusaanspraak niet kan worden toegerekend aan een volgende maand. Humanis Capitalis heeft geen andere feiten en omstandigheden aangevoerd die tot een andere uitleg dan de taalkundige uitleg van de vaststellingsovereenkomst kunnen leiden. Werkneemster mocht er in de gegeven omstandigheden dan ook redelijkerwijs van uitgaan dat de bedoeling van Humanis Capitalis overeenstemde met die taalkundige betekenis. De vordering van werkneemster wordt derhalve toegewezen.