Feiten

Werknemer is op 9 januari 2023 bij Yellow Gym HQ B.V. (hierna: Yellow Gym) in dienst getreden als marketeer tegen een loon van (laatstelijk) € 2.500 bruto per maand exclusief vakantiebijslag. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Sport van toepassing. Op enig moment hebben partijen overeenstemming bereikt over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst per 1 september 2023 en afspraken gemaakt over de nog door Yellow Gym aan werknemer verschuldigde loonbedragen. In onderhavige procedure vordert werknemer Yellow Gym te veroordelen tot betaling van het achterstallig loon over de maanden juli en augustus 2023. Verder vordert werknemer de vakantiebijslag over de periode 1 januari 2023 tot 1 september 2023, een vergoeding van de opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen, de wettelijke verhoging, een bedrag gelijk aan de werkgeversbijdrage van de Cao Sport pensioenregeling bij het PFZW, de wettelijke rente en de vergoeding buitengerechtelijke kosten. Yellow Gym stelt zich op het standpunt dat zij de tussen partijen gemaakte afspraken is nagekomen en niets meer aan werknemer verschuldigd is.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter constateert allereerst dat Yellow Gym geen conclusie van dupliek heeft genomen en daarmee haar verweer niet nader heeft onderbouwd. Dat Yellow Gym de tussen partijen nader gemaakte afspraken is nagekomen en aldus niets meer aan werknemer verschuldigd is, is gelet op de stellingen van werknemer en bij gebreke van een nadere onderbouwing die Yellow Gym niet heeft gegeven (ter zake dienende bescheiden, waaronder betalingsbewijzen, zijn niet overgelegd), niet komen vast te staan. Het vorenstaande brengt met zich dat het gevorderde achterstallige loon over de maanden juli en augustus 2023, de vakantiebijslag, de vergoeding aan opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen en het bedrag gelijk aan de werkgeversbijdrage van de Cao Sport pensioenregeling voor toewijzing gereed liggen. Ook de wettelijke verhoging en wettelijke rente worden toegewezen. Tot slot heeft werknemer recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten.