Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 6 november 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:13686
Feiten
Het onderhavige geschil speelt tussen Techmedic Development International B.V. c.s. (hierna: TDMI c.s.) als werkgever enerzijds en werknemer c.s. anderzijds. Werknemer c.s. verzoeken in dit incident dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren om van de vorderingen van TDMI c.s. kennis te nemen, nu de vorderingen deels gebaseerd zijn op de tussen TDMI c.s. en werknemer gesloten arbeidsovereenkomst.
Oordeel
De rechtbank stelt vast dat TDMI c.s. in de dagvaarding zelf uitdrukkelijk spreken van “De loonvordering”, “De loonkwestie”, “De onrechtmatige concurrentie (…)”, “de arbeidsrechtelijke aansprakelijkheid”, “de boete wegens schending van de arbeidsrechtelijke verboden” en “t.a.v. de schending van de arbeidsrechtelijke verboden”. Verder blijkt uit de dagvaarding duidelijk dat de arbeidsovereenkomst (mede) de juridische context vormt voor de vorderingen van TDMI c.s. op werknemer. De vorderingen zijn immers voor een groot deel gebaseerd op de stelling van TDMI c.s. dat werknemer zijn verplichtingen onder de arbeidsovereenkomst heeft geschonden. Het verwijt dat TDMI c.s. onder meer aan werknemer maken, is dat hij in zijn hoedanigheid van directeur eigenmachtig zijn eigen salaris heeft verhoogd en dat hij heeft geconcurreerd met zijn werkgever. TDMI c.s. hebben onder randnummers 128 e.v. en onder randnummers 284 e.v. van de dagvaarding het juridisch kader uitgewerkt. Daar gaat het uitgebreid over de arbeidsovereenkomst. Beslissend is dat de arbeidsovereenkomst het onderwerp vormt van het rechtsgeding. De conclusie is dus dat het hier gaat om vorderingen betreffende de arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 93 onder c Rv. De overige vorderingen in conventie, die gaan over “de mondkapjeskwestie” (in welk verband in het petitum overigens ook wordt verwezen naar de arbeidsovereenkomst), en de vorderingen in voorwaardelijke reconventie hangen daarmee samen, omdat ze allemaal de gebeurtenissen betreffen in de periode waarin werknemer (mede) op grond van de arbeidsovereenkomst werkzaamheden voor TDMI c.s. heeft verricht. De zaak moet dus zowel in conventie als in voorwaardelijke reconventie door de kantonrechter worden behandeld. De rechtbank verwijst de zaak daarheen.