Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 2 januari 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:130
Feiten
Werkneemster was van 15 augustus 2021 tot 15 augustus 2023 werkzaam als productiemedewerkster bij Stichting Pantar Amsterdam (hierna: Pantar). Zij heeft sinds 1999 een knieprothese in haar rechterbeen. Op 4 april 2022 hebben colleag’s werkneemster zittend op de vloer voor de deur van de opslagruimte van Pantar gevonden. Werkneemster is vervolgens met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Werkneemster had haar knie verdraaid bij het openen van de deur van de opslagruimte. Bij de deur moest een losse deurklink worden gebruikt omdat de deur niet van een slot voorzien was. De Arbo-adviseur heeft op het formulier ten aanzien van het ongeval ingevuld dat het plaatsen van een deur met een deurknop, in plaats van een losse deurklink, een verbetermaatregel kon zijn. Werkneemster heeft een deelgeschil aanhangig gemaakt. De kantonrechter heeft in dat geschil beslist dat werkneemster onvoldoende onderbouwd had gesteld dat zij bij de uitoefening van haar werkzaamheden schade heeft geleden en dat dit aan Pantar kon worden toegerekend. In de onderhavige zaak vordert werkneemster een verklaring voor recht dat Pantar aansprakelijk is voor het ongeval en een veroordeling van Pantar tot vergoeding van de schade.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De aansprakelijkheidsvraag is in het deelgeschil afgewezen. Bij de afwijzing van de aansprakelijkheid is een voorbehoud gemaakt: uitgebreide getuigenverhoren zijn niet uit te sluiten om de aansprakelijkheid vast te stellen. Hierdoor kan de aansprakelijkheidsvraag in de bodemprocedure in volle omvang worden beoordeeld. De productieruimte was voorzien van een deur met een losse deurklink omdat er geen slot aanwezig was. De kantonrechter overweegt dat een losse deurklink bij het intrekken uit de deur kan schieten waardoor iemand het evenwicht kan verliezen. Volgens het arbeidsongevalformulier heeft de arbomedewerker van Pantar dit ook erkend. De losse deurklink levert een onveilige situatie op de werkvloer op. Pantar voert aan werkneemster te hebben gewaarschuwd en instructies te hebben gegeven, maar werkneemster betwist dit en voert aan dat Pantar de losse deurklink slechts in een algemeen praatje, acht maanden daarvoor, heeft besproken. De rechter oordeelt dat Pantar niet voldaan heeft aan haar zorgplicht omdat zij niet genoeg veiligheidsmaatregelen heeft genomen. In geschil is of de deurklink heeft geleid tot het letsel. Pantar voert aan dat werkneemster vlak na het ongeval zelf verklaarde een misstap te hebben gemaakt die niet met de deurklink van doen had. De kantonrechter overweegt dat de exacte toedracht van een ongeval niet hoeft vast te staan en dat een onzekere toedracht voor risico van de werkgever komt. Pantar is aansprakelijk voor de schade. Van Pantar werd meer verwacht om haar stellling te onderbouwen dat de deurklink niet de oorzaak van het letsel is. De verklaring voor recht wordt toegewezen, evenals de vordering voor een schadestaatprocedure. Pantar wordt in de proceskosten veroordeeld.