Feiten

Werknemer trad op 1 oktober 2022 in dienst bij Hot Pepper B.V. als video-editor tegen een brutomaandsalaris van € 2.400 inclusief vakantietoeslag. De arbeidsovereenkomst bepaalde een werkweek van 40 uur, waarbij overuren als inbegrepen werden beschouwd. In januari 2023 viel werknemer uit wegens ziekte, en de arbeidsovereenkomst eindigde van rechtswege op 30 september 2023. Werknemer vorderde betaling van € 2.119,04 bruto aan overuren, € 1.900,78 bruto aan vakantietoeslag en € 495,77 netto aan onkosten, vermeerderd met de wettelijke verhoging, wettelijke rente en proceskosten. Hij stelde dat hij in opdracht van werkgever extra had gewerkt en dat werkgever deze uren diende te vergoeden, evenals de vakantietoeslag over de gehele looptijd van de overeenkomst en openstaande onkostendeclaraties. Werkgever betwistte de vordering en voerde aan dat overuren volgens de arbeidsovereenkomst inbegrepen waren in het salaris en dat werknemer compensatie had genoten in de vorm van ‘tijd voor tijd’. Daarnaast stelde werkgever dat werknemer herhaaldelijk tekort was geschoten in zijn werkzaamheden en langdurig ziek was geweest, waardoor hij ruimschoots was gecompenseerd voor eventuele extra gewerkte uren.

Oordeel

De kantonrechter stelt vast dat werknemer 154 uur overwerk heeft verricht in de periode vóór en tijdens zijn dienstverband en dat Hot Pepper deze werkzaamheden niet betwist. Hoewel de arbeidsovereenkomst bepaalt dat overuren in het salaris zijn verdisconteerd, acht de kantonrechter het aantal gewerkte extra uren zodanig bovenmatig dat zij niet zonder aanvullende compensatie van werknemer kunnen worden verlangd. Hot Pepper stelt dat werknemer reeds is gecompenseerd door middel van tijd-voor-tijdregelingen, maar onderbouwt dit niet voldoende. Ook het argument dat werknemer door ziekteafwezigheid al compensatie heeft genoten, wordt verworpen, omdat Hot Pepper geen bedrijfsarts heeft ingeschakeld om de ziekmelding te verifiëren. De vordering tot betaling van € 2.119,04 bruto aan overuren wordt daarom toegewezen, inclusief vakantietoeslag, wettelijke rente en een gematigde wettelijke verhoging van 25%. De kantonrechter kent daarnaast de gevorderde € 1.900,78 bruto aan vakantietoeslag toe, omdat Hot Pepper dit niet betwist en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond acht. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de dagvaarding, nu werknemer geen eerdere ingangsdatum heeft onderbouwd. Ook de onkostenvergoeding van € 495,77 netto wordt toegewezen, nu werknemer aannemelijk maakt dat deze kosten betrekking hebben op werkgerelateerde uitgaven en Hot Pepper deze declaraties heeft geaccordeerd maar niet uitbetaald. De wettelijke rente over dit bedrag wordt eveneens toegewezen vanaf de dagvaarding. Ten slotte wordt Hot Pepper veroordeeld in de proceskosten, waaronder het griffierecht, de dagvaardingskosten en het salaris van de gemachtigde van werknemer. Buitengerechtelijke incassokosten worden niet afzonderlijk toegewezen, omdat werknemer deze niet expliciet in het petitum van de dagvaarding heeft opgenomen.