Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Golden Years B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 18 maart 2025
ECLI:NL:GHDHA:2025:409
Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door zich keer op keer, ook na uitdrukkelijke, laatste waarschuwing, negatief uit te laten over werkgever en leidinggevende. Rechtsgeldig ontslag op staande voet. Werknemer heeft geen recht op transitievergoeding.

Feiten

Werknemer is in 2022 bij Golden Years B.V. in dienst getreden. Golden Years exploiteert zorgwoningen voor ouderen. In de periode vanaf begin februari 2023 tot begin juli 2023 is werknemer door Golden Years zowel mondeling als schriftelijk herhaaldelijk aangesproken op zijn gedrag en houding op de werkvloer. Dit hield ermee verband dat collega’s meldden dat werknemer iedereen incompetent vindt, hij alleen maar avonddiensten wil draaien en op de werkvloer naar collega’s schreeuwt. Op 21 januari 2024 is werknemer opnieuw aangesproken op zijn gedrag en houding op de werkvloer. Blijkens het gespreksverslag betrof het gesprek onder meer de volgende punten: werknemer dreigde zich ziek te melden als hij zijn zin niet kreeg of kritiek kreeg, hij stelde voortdurend het functioneren van zijn leidinggevende ter discussie, liet zich negatief en beledigend uit tegen collega’s die hij niet zag zitten en volgde werkinstructies niet op. Werknemer heeft boos het gesprek verlaten en zich ziek gemeld. Golden Years heeft werknemer hierna op non-actief gesteld. Op 1 februari 2024 heeft werknemer van Golden Years de keuze gekregen om hetzij de arbeidsovereenkomst in onderling overleg te beëindigen, hetzij de werkzaamheden te hervatten en daarbij een aantal voorwaarden in acht te nemen – waaronder het nalaten van het doen van negatieve uitlatingen over de organisatie en alles wat daarmee samenhangt – op straffe van ontslag op staande voet. Op 28 februari 2024 heeft werknemer zich tegen zijn voormalig leidinggevende uitgelaten over het conflict met zijn werkgever. De voormalig leidinggevende heeft de uitlatingen van werknemer als bedreigend en onprettig ervaren. Diezelfde dag is werknemer op staande voet ontslagen. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet rechtsgeldig geacht. Wel is Golden Years in eerste aanleg veroordeeld tot betaling van de transitievergoeding van € 1538 bruto. Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Dringende reden voor ontslag op staande voet

Het incident dat op 28 februari 2024 plaatsvond, was op zichzelf genomen (mogelijk) niet zo ernstig dat het een dringende reden voor een ontslag op staande voet zou opleveren, maar tezamen met de eerdere gedragingen van werknemer moet dit incident wel als een dringende reden voor ontslag op staande voet worden beschouwd. Hierbij weegt voor het hof zwaar dat werknemer gelet op de uitdrukkelijke laatste waarschuwing van 1 februari 2024 een gewaarschuwd mens was. In die waarschuwing stond expliciet dat werknemer zich voortaan met respect voor zijn werkomgeving, waaronder zijn collega’s, diende te gedragen en zich diende te onthouden van schreeuwen, denigrerende of negatieve opmerkingen over hen, en van negatieve uitlatingen over de organisatie en alles wat daarmee samenhangt. Dergelijk gedrag zou niet meer worden getolereerd en zou leiden tot ontslag op staande voet. Golden Years kon zich aldus op 28 februari 2024 op het standpunt stellen dat sprake was van een dringende reden voor ontslag op staande voet.

Ernstig verwijtbaar handelen werknemer – geen transitievergoeding verschuldigd

Het hof is – anders dan de kantonrechter – van oordeel dat de gedragingen van werknemer die tot het ontslag op staande voet hebben geleid, ernstig verwijtbaar zijn. Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door zich gedurende de arbeidsovereenkomst keer op keer, ook na de uitdrukkelijke, laatste waarschuwing van Golden Years, negatief uit te laten over de werkgever en over de leidinggevende, ook jegens derden. Het hof oordeelt dan ook dat de hoge drempel voor toepassing van de uitzonderingsbepaling van artikel 7:673 lid 7 onder c BW wordt gehaald. Werknemer heeft dus geen recht op de transitievergoeding en wordt veroordeeld om aan Golden Years de reeds betaalde transitievergoeding terug te betalen, met wettelijke rente.