Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 28 maart 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:4040
Feiten
Werknemer is van 5 oktober 2020 tot 24 april 2021 in dienst geweest bij Redco Build & Trade B.V. (hierna: Redco). Werknemer stelt dat hij een aantal dagen als kabeltrekker heeft meegewerkt aan het project ‘De Pauwmolen’ in Delft en dat hem op vrijdag 12 februari 2021 in de uitoefening van die werkzaamheden een ongeval is overkomen. Volgens werknemer moest hij tegelijk met collega’s op commando aan een kabel trekken, maar was hij de enige die daadwerkelijk hard aan de kabel trok. Werknemer stelt daardoor letsel aan zijn linkerschouder en sleutelbeen te hebben opgelopen. Hij stelt zich op het standpunt dat Redco als werkgever aansprakelijk is voor de door het ongeval ontstane (letsel)schade. Redco betwist dat het door werknemer genoemde arbeidsongeval heeft plaatsgevonden. Redco verwijst daartoe naar verklaringen van diverse oud-collega’s van werknemer die tijdens een voorlopig getuigenverhoor zijn afgelegd. Daarnaast voert Redco aan dat uit de overgelegde medische verklaringen blijkt dat werknemer slechts bij de huisarts is geweest, die geen letsel heeft gediagnosticeerd en werknemer enkel heeft verwezen naar een fysiotherapeut.
Werknemer verzoekt om voor recht te verklaren dat Redco als werkgever aansprakelijk is voor de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van het arbeidsongeval op 12 februari 2021, en Redco daarnaast te veroordelen in de kosten van dit deelgeschil. De verzoeken van werknemer berusten op artikel 1019w Rv (deelgeschilprocedure).
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Redco heeft nadrukkelijk betwist dat het door werknemer genoemde arbeidsongeval heeft plaatsgevonden. Op werknemer rust de stelplicht en bewijslast van zijn stelling dat het ongeval wél heeft plaatsgevonden. Uit de processen-verbaal die werknemer heeft ingebracht, volgt dat alleen werknemer zelf heeft verklaard dat hem in de uitoefening van zijn werkzaamheden als kabeltrekker een ongeval is overkomen. De overige getuigen verklaren zonder uitzondering dat zij er niet mee bekend zijn dat werknemer betrokken was bij enig arbeidsongeval, dan wel dat zij daar niets van hebben gezien. Ook uit de WhatsApp-berichten volgt slechts dat werknemer aan zijn collega’s meedeelt dat hij de volgende dag niet aanwezig is omdat hij dan een doktersafspraak heeft. Uit die berichten kan niet worden afgeleid waarom hij een doktersafspraak heeft, laat staan dat die doktersafspraak verband houdt met een arbeidsongeval dat hem op 12 februari 2021 zou zijn overkomen. Van enige verwijzing naar een eventueel arbeidsongeval is namelijk geen sprake. Daardoor is niet uitgesloten dat de doktersafspraak van werknemer een geheel andere, buiten zijn werkzaamheden voor Redco gelegen, aanleiding heeft. Ook uit het medisch dossier blijkt niet dat het ongeval heeft plaatsgevonden. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat slechts de eigen verklaring van werknemer zijn stelling dat er een arbeidsongeval heeft plaatsgevonden ondersteunt, maar dat is onvoldoende om het bestaan van het arbeidsongeval aan te kunnen nemen. De slotsom is dan ook dat niet is komen vast te staan dat werknemer op 12 februari 2021 een arbeidsongeval, met letsel tot gevolg, is overkomen. Daardoor komt de kantonrechter niet toe aan de vraag of op Redco in haar hoedanigheid van werkgeefster enige aansprakelijkheid jegens werknemer rust. De door werknemer verzochte verklaring voor recht wordt om die reden afgewezen.
Deelgeschil
Op grond van artikel 1019aa lid 1 Rv moet de kantonrechter, ook als het verzoek wordt afgewezen, de kosten die gemoeid zijn met de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt, begroten, tenzij dit verzoek volstrekt onnodig of onterecht is ingesteld. Van dit laatste is naar het oordeel van de kantonrechter sprake. Vóór deze procedure had werknemer, althans zijn gemachtigde, namelijk in redelijkheid kunnen voorzien dat zijn verzoek in dit deelgeschil, gelet op het beschikbare bewijs en de omstandigheid dat andere bewijsmiddelen niet voorhanden zijn, niet tot vaststelling van enige aansprakelijkheid van Redco zou kunnen leiden. Dit betekent dat het verzoek door werknemer onnodig is ingesteld. De kosten van deze deelgeschilprocedure komen daarom niet voor vergoeding in aanmerking en hoeven om die reden ook niet te worden begroot.