Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 9 april 2025
ECLI:NL:RBLIM:2025:3321
De kantonrechter beoordeelt of de beëindiging van de uitzendovereenkomst door werkgeefster rechtsgeldig is, mede in het licht van een gestelde zwangerschap, ziekte en betwiste opdrachtbeëindiging.

Feiten

Werkneemster, geboren in 1982, trad op 6 augustus 2024 via een uitzendovereenkomst fase 1/2 met uitzendbeding in dienst bij Versado en werd met ingang van 12 augustus 2024 te werk gesteld bij [de werkplek] als [naam functie]. Op de overeenkomst zijn de cao voor uitzendkrachten en de inlenersbeloning uit de cao voor de groothandel in groenten en fruit van toepassing. Haar bruto-uurloon bedroeg € 16,15 exclusief vakantiegeld. Na enkele perioden van ziekte en mededeling van haar zwangerschap op 28 augustus 2024, werd de inlening op 13 september 2024 beëindigd, waarna Versado haar per brief van 20 september 2024 mededeelde dat de opdracht was geëindigd. Een aanvraag voor een WW-uitkering werd afgewezen. Versado betaalde loon over de weken 33 t/m 40, in totaal € 1.100,38 inclusief reserveringen. Werkneemster verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is geëindigd per 13 september 2024, dan wel dat de beëindiging nietig is, met als gevolg wedertewerkstelling zodra zij arbeidsgeschikt is. Tevens vordert zij betaling van achterstallig loon tot 31 december 2024, inclusief wettelijke verhoging en rente, specificatie van betalingen, en nakoming van overige arbeidsvoorwaarden zolang het dienstverband voortduurt, met verstrekking van loonstroken, alsmede proceskostenveroordeling. Versado c.s. heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen wordt, voor zover van belang, nader ingegaan.

Oordeel

De kantonrechter verklaart werkneemster niet-ontvankelijk in haar verzoeken tegen Globen, nu zij ter zitting erkent dat Versado haar werkgever is zonder haar stelling dat Globen dit ook zou zijn, te onderbouwen. Vervolgens wordt geoordeeld dat Versado de uitzendovereenkomst rechtsgeldig heeft beëindigd. Werkneemster slaagt er niet in aannemelijk te maken dat sprake is van ontslag wegens zwangerschap; haar stelling blijft onvoldoende onderbouwd. Evenmin is komen vast te staan dat de inlener de opdracht niet beëindigde. Uit een schriftelijke verklaring blijkt juist dat de inlener wegens ontevredenheid over functioneren en samenwerking de opdracht heeft stopgezet. Ook het beroep op het ontslagverbod tijdens ziekte slaagt niet: de whatsappberichten die werkneemster verzendt, zijn geen ondubbelzinnige ziekmelding en bovendien verschijnt zij de volgende dag op het werk. Dat haar verloskundige later verklaart dat zij toen ziek was, weegt niet zwaar genoeg. De verzoeken tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon worden afgewezen, behoudens een vordering tot nabetaling van een bedrag van € 1.430,40 bruto aan (deels) niet uitbetaald loon en ziekte-uren, te vermeerderen met vakantiegeld, reserveringen, wettelijke verhoging en rente. Vanwege schending van de waarheidsplicht door Versado, die in eerste instantie slechts selectieve appberichten overlegt, wordt zij veroordeeld in de proceskosten van werkneemster.