Wetgeving
Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en wijziging NOW 1.0 en NOW 2.0
overige ontwikkelingen
15-10-2020
Overige ontwikkelingen
In afwijking van het tweede lid blijft deze regeling, zoals die luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van de subsidieaanvragen op grond van deze regeling. In afwijking van het tweede lid blijven de verplichtingen voor werkgevers aan wie op grond van deze regeling subsidie is verleend, op grond van artikel 12, eerste lid, onderdelen f en j, gelden na 1 september 2023 gedurende de in die onderdelen genoemde periode. In afwijking van het tweede lid blijft artikel 7, achtste lid, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de dag waarop deze regeling vervalt, van toepassing op openbaarmakingen van het subsidiedossier na de dag waarop deze regeling vervalt. Brief van de minister van SZW van 30 september 2020 en regeling van de minister van SZW van 25 september tot wijziging van de Eerste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid en van de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid in verband met het bieden van een herstelmogelijkheid voor het aanvragen van subsidie op het niveau van een werkmaatschappij en enkele andere wijzigingen. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2020.
Het kabinet heeft de NOW verlengd met drie tijdvakken van drie maanden, vanaf 1 oktober 2020 tot en met 30 juni 2021. Gedurende de loop van deze negen maanden wordt de hoogte van de tegemoetkoming in de loonkosten stapsgewijs afgebouwd en komt er meer ruimte om de loonsom te laten dalen. Vanaf het tweede tijdvak van NOW-3 is bovendien een omzetverlies van minimaal 30% vereist en vanaf het derde tijdvak daalt de maximale vergoeding per werknemer. Voor de eerste twee tijdvakken is de vergoeding per werknemer per maand gemaximeerd op tweemaal het maximumdagloon, maar voor het derde tijdvak op eenmaal het maximumdagloon. De bedragen in de tabel zijn gebaseerd op de indexatie van het maximumdagloon per 1 juli 2020.
Voorwaarden van NOW-3:
- voor elk tijdvak afzonderlijk kan een beroep worden gedaan op NOW-3. Het maakt niet uit of de werkgever eerder een beroep heeft gedaan op NOW-1 en/of NOW-2;
- de vaste (forfaitaire) opslag voor de werkgeverslasten blijft 40%;
- het voorschot blijft 80% en wordt uitgekeerd in drie termijnen;
- de subsidie van alle drie de tijdvakken wordt gebaseerd op de loonsom van juni 2020 (en als de werkgever toen geen loonsom had, de loonsom van april 2020);
- voor de berekening van de omzetdaling wordt voor alle drie de tijdvakken de omzet gedurende een te kiezen driemaandsperiode vergeleken met een vierde van de omzet van 2019. Er wordt vastgehouden aan vergelijking met de omzet van 2019 omdat de omzet in dat jaar nog niet is vertekend als gevolg van de coronacrisis;
- de eventuele korting van 5% op de totale NOW-subsidie vanwege grotere ontslagaanvragen die geldt voor NOW-2, komt te vervallen voor NOW-3. Voor NOW-3 wordt de subsidie ook niet meer verminderd met 100% van het loon van werknemers voor wie bedrijfseconomisch ontslag is aangevraagd, als deze werknemers tijdens de subsidieperiode nog in dienst zijn;
- de inspanningsverplichting voor scholing blijft gelden voor NOW-3;
- daarnaast geldt voor NOW-3 een nieuwe inspanningsverplichting om werknemers die afvloeien naar nieuw werk te begeleiden. Deze verplichting bestaat er in ieder geval uit dat de werkgever tijdens de subsidieperiode contact opneemt met het UWV over de mogelijkheden voor begeleiding naar nieuw werk, als de werkgever tijdens de subsidieperiode bedrijfseconomisch ontslag heeft aangevraagd. Wanneer de werkgever dit niet heeft gedaan, leidt dit tot een korting van 5% op de totale subsidie;
- werkgevers krijgen ruimte om de loonsom met een bepaald percentage (het 'vrijstellingspercentage') te laten dalen zonder dat dit leidt tot vermindering van de subsidie. Als bijvoorbeeld de loonsom van 1 oktober tot en met 31 december 2020 (het eerste tijdvak van NOW-3) ten opzichte van driemaal de loonsom van juni 2020 is gedaald met maximaal 10%, heeft dit geen effect op de hoogte van de subsidie;
- ook voor NOW-3 geldt het dividend- en bonusverbod. In het eerste tijdvak van NOW-3 geldt dit verbod voor 2020, maar in het tweede en derde tijdvak van NOW-3 geldt het verbod voor 2021. In de officiële regeling zal blijken of voor het dividend- en bonusverbod hetzelfde onderscheid wordt gemaakt als in NOW-2 tussen subsidie op concernniveau en op werkmaatschappijniveau;
- het UWV streeft ernaar het aanvraagloket voor het eerste tijdvak van NOW-3 per 16 november 2020 te openen. Tot 13 december kan dan met terugwerkende kracht een aanvraag worden ingediend voor het eerste tijdvak;
- de aanvraagperiode voor het tweede tijdvak is van 15 februari tot en met 14 maart 2021;
- de aanvraagperiode voor het derde tijdvak is van 17 mei tot en met 13 juni 2021;
- aanvragen voor vaststelling van NOW-3 kunnen voor alle drie de tijdvakken worden gedaan vanaf 1 september 2021.
Aanpassingen in NOW-1 en NOW-2:
- voor NOW-1 en NOW-2 is het mogelijk gemaakt dat de subsidie van een concernonderdeel kan worden vastgesteld op werkmaatschappijniveau als op het moment van de vaststellingsaanvraag aan de voorwaarden hiervoor wordt voldaan;
- de voorwaarde in NOW-1 dat de aanvraag voor NOW op werkmaatschappijniveau op of na 5 mei 2020 moet zijn gedaan, komt te vervallen;
- de werkmaatschappij hoeft pas bij de vaststellingsaanvraag te beschikken over een verklaring van het groepshoofd/de moedermaatschappij over het dividend- en bonusverbod (en niet al bij de initiële aanvraag);
- de werkmaatschappij hoeft pas bij de vaststellingsaanvraag te beschikken over een overeenkomst met de vakbond of andere vertegenwoordiging van werknemers over werkbehoud (en niet al bij de initiële aanvraag);
- voor de vaststellingsaanvraag van NOW-1 en NOW-2 komt de voorwaarde te vervallen dat de werkgever documenten moet meesturen als bewijs voor de omzetdaling en als bewijs dat aan de extra voorwaarden voor de werkmaatschappijmogelijkheid is voldaan. De documenten kunnen wel worden opgevraagd voor nader onderzoek. De werkgever moet vanzelfsprekend wel een accountantsverklaring of derdenverklaring meesturen bij de vaststellingsaanvraag, als dit voor de werkgever van toepassing is;
- met betrekking tot het dividend- en bonusverbod stond in de regelingen voor NOW-1 en NOW-2 dat dit geldt ‘tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening wordt vastgesteld in 2021’. Op basis van deze formulering kan worden gedacht dat een bedrijf na deze vergadering (bijvoorbeeld) alsnog dividend over 2020 aan aandeelhouders kan uitkeren. Dit is in strijd met het doel van de bepaling en om de onduidelijkheid weg te nemen wordt bovenstaande zinsnede uit de bepalingen geschrapt.