Wetgeving
Verhoging AOW-leeftijd
Verhoging AOW-leeftijdontwikkeling
01-12-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Mededeling van de minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 9 november 2022, tot bekendmaking van de pensioengerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd in 2028.
- In haar brief van 21 oktober 2022 gaat de minister in op de verlenging van de Overbruggingsregeling (OBR) voor een periode van twee jaar (tot 1 januari 2025).
- In de brief van 9 november 2022 wordt de AOW-leeftijd en aanvangsleeftijd voor 2028 met drie maanden verhoogd, naar respectievelijk 67 jaar en drie maanden en 17 jaar en drie maanden. De pensioenrichtleeftijd in 2024 blijft 68 jaar.
ontwikkeling
14-03-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
De monitor AOW-leeftijdsverhoging bevestigt dat de verhoging van de AOW-leeftijd heeft bewerkstelligd wat beoogd werd met het beleid, namelijk dat ouderen langer doorwerken hetgeen heeft geleid tot een verhoging van de arbeidsparticipatie van ouderen.
ontwikkeling
01-12-2021
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
De AOW-leeftijd gaat in 2027 niet omhoog. De AOW-leeftijd van 67 jaar wordt gehandhaafd.
ontwikkeling
09-01-2020
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister van SZW van 25 november 2019.
In zijn brief gaat de minister in op de vraag wat er gebeurt als een zzp’er een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt op het moment dat de AOW-leeftijd wordt verhoogd en op de vraag welke opties er zijn om oudere zzp’ers in zware beroepen de mogelijkheid te geven zich te verzekeren.
ontwikkeling
09-12-2019
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister van SZW van 1 november 2019.
In het pensioenakkoord van 5 juni 2019 is afgesproken om de AOW-leeftijd de komende jaren minder snel te verhogen en dat deze zal stijgen tot 67 jaar in 2024. Op basis van de nieuwe CBS-prognose blijft de AOW-leeftijd na uitwerking van het pensioenakkoord ook in 2025 op 67 jaar.
ontwikkeling
12-11-2018
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister van SZW van 1 november 2018.
Op grond van artikel 18a lid 8 Wet LB en de prognose van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in 2030 blijft de pensioenrichtleeftijd ook in 2020 68 jaar.
ontwikkeling
04-09-2018
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister van SZW van 16 augustus 2018.
In zijn brief reageert de minister op berichten in de media dat de levensverwachting van 65-jarigen minder snel zou toenemen dan de stijging van de AOW-leeftijd. Om die reden zou de geplande stijging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar met vijf jaar kunnen worden uitgesteld. De minister legt uit dat de verhoogde leeftijd een inhaalslag betreft en er voorts ook andere redenen ten grondslag liggen aan de verhoging van de AOW-leeftijd.
ontwikkeling
06-12-2017
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister van SZW van 3 november 2017. Mededeling van 7 november 2017.
Op grond van artikel 7a lid 2 AOW en de prognose voor 2023 wordt de AOW-leeftijd vastgesteld. Dit gebeurt aan de hand van de formule die in dit wetsartikel staat. Deze formule in de wet voorziet in een opwaartse koppeling bij stijging van de resterende levensverwachting. Nu deze stijging niet plaatsvindt gaat de AOW-gerechtigde leeftijd voor het kalenderjaar 2023 niet omhoog en blijft deze op 67 jaar en drie maanden.
in werking
03-08-2017
In werking getreden wetsvoorstel
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de staatssecretaris van SZW van 14 juli 2017. Onderzoeksrapport van 14 juli 2017.
De staatssecretaris biedt het eindrapport aan van het onderzoek dat is uitgevoerd naar aanleiding van de motie van het lid Kerstens (Kamerstuk 34414, 10) met betrekking tot de meerwaarde van een flexibele AOW-datum. Het onderzoek bestaat uit twee delen. Het eerste deel brengt de huidige mogelijkheden tot eerder en later uittreden in de tweede pijler in beeld. In het tweede deel van het onderzoek is nagegaan voor welke groepen de flexibiliteit in de tweede pijler onvoldoende aansluit bij de behoeften en in hoeverre een flexibele AOW-leeftijd hier een oplossing voor is.
ontwikkeling
06-12-2016
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de staatssecretaris van SZW van 31 oktober 2016.
In de AOW is de stapsgewijze verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd vastgelegd. Voor de periode na 2021 is de AOW-gerechtigde leeftijd automatisch gekoppeld aan de ontwikkeling van de levensverwachting. Op grond van ramingen van het CBS komt de AOW-gerechtigde leeftijd voor het kalenderjaar 2022 als gevolg hiervan uit op 67 jaar en 3 maanden.
ontwikkeling
03-10-2016
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de staatssecretaris van SZW van 2 september 2016.
Uit de brief van de minister blijkt dat de volgende maatregelen zullen worden genomen:
- de voorlichting aan potentiële OBR-gerechtigden door UWV zal worden aangescherpt;
- er zal een rappelbrief verzonden worden op het moment dat iemand 64 jaar en 11 maanden is geworden;
- het wordt mogelijk gemaakt een OBR-uitkering met terugwerkende kracht tot maximaal 1 jaar aan te vragen.
ontwikkeling
03-02-2016
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de staatssecretaris van SZW van 15 januari 2016 en brief van de staatssecretaris van SZW van 15 januari 2016.
In de brief bevestigt de staatssecretaris dat personen met een private arbeidsongeschiktheidsverzekering die een looptijd tot 65 jaar kent en die ná 1 januari 2013 (doch voor 1 juli 2015) een uitkering uit die verzekering ontvangen, een beroep kunnen doen op de Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW (OBR) voor wat betreft de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd (mits zij aan de overige voorwaarden voldoen). Ook personen met een private arbeidsongeschiktheidsverzekering kunnen een beroep kunnen doen op de OBR, waarbij anders dan in de Participatiewet, het vermogen in eigen woning geen rol speelt.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Brief van de staatssecretaris van SZW van 13 februari 2013.
Zie wetsvoorstel 33290. Daarnaast heeft de staatssecretaris in zijn brief van 13 februari 2013 vragen over de wijziging van AOW-leeftijd beantwoord.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 5 januari 2010. Moties van 5 maart 2013. Verslag van een algemeen overleg van 12 maart 2013. Brief van de staatssecretaris van 22 maart 2013.
De tijdelijke overbruggingsregeling voorziet in een overbruggingsuitkering voor deelnemers met een inkomen tot en met 150% van het bruto-minimumloon en kent een partner- en vermogenstoets, exclusief eigen woning en pensioenvermogen. Tot de doelgroep behoren:
- mensen met een op 1 januari 2013 lopende VUT- of prepensioenuitkering;
- mensen met een private Anw-hiaatverzekering of pensioen;
- mensen met een private WIA/WGA-verzekering;– mensen met een levensloopuitkering;
- zelfstandigen met een arbeidsongeschiktheidsverzekering;– mensen met een aanvullend pensioen dat al loopt en dat op 65 jaar wordt verlaagd in de verwachting dat de AOW het gat vult.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de staatssecretaris SZW van 11 september 2013.
In verband met de met ingang van 1 oktober 2013 in werking getreden en met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 geldende Tijdelijke regeling overbruggingsuitkering AOW voor mensen die per 1-1-2013 deelnemen aan een VUT- of prepensioenregeling en zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOW leeftijdsverhoging kan de eerder ingevoerde voorschot regeling worden afgeschaft.
ontwikkeling
07-09-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister van SZW van 15 januari 2010.
In de nota Arbeidsparticipatie ouderen wordt een wetsvoorstel aangekondigd met arbeidsrechtelijke aanpassingen om doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd op korte termijn te stimuleren (verplichtingen werkgever bij zieke werknemer, meer mogelijkheden om arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan en toepassing van de WMM).
ontwikkeling
07-09-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 2 oktober 2009. Brief van de minister en staatssecretaris van SZW van 16 oktober 2009. Brief van de minister-president van 3 november 2009. Brief van de staatssecretaris van SZW van 4 november 2009. Motie van 12 november 2009. Brieven van de minister van SZW van 7 en 8 december 2009. Brief van de minister van Financiën van 11 december 2009. Brief van de minister en staatssecretaris van SZW van 23 december 2009.
Alle mensen die een langdurige band hebben met Nederland omdat zij hier wonen of werken hebben aanspraak op AOW. Dit wetsvoorstel vormt het ‘raamwerk’ van waaruit verdere wetsvoorstellen worden ontwikkeld in verband met verhoging van de AOW-leeftijd. Het bevat dus geen concreet voorstel van wet maar zet de lijnen uit waarlangs dat gaat gebeuren. Doel is de leeftijd waarop recht ontstaat op AOW te verhogen van 65 naar 67 jaar.
Op 23 december zijn drie voorontwerpen van wet naar de Tweede Kamer gestuurd:
1. Voorontwerp van Wet Inkomensvoorziening voor personen van wie de werkloosheidsuitkering of van wie de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering eindigt na het bereiken van de leeftijd van 65 jaar (Wet overbruggingsuitkering) Dit voorstel biedt mensen bij wie een WW-uitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering na hun 65ste afloopt een overbruggingsregeling op het AOW-niveau.
2. Voorontwerp van wet tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met invoering van duurzaam inzetbaarheidsbeleid, in het bijzonder voor zware beroepen (Wet duurzame inzetbaarheid in arbeid). Dit voorstel regelt via de Arbowet dat werkgevers en werknemers verplicht zijn te zorgen voor duurzame inzetbaarheid van werknemers. Werknemers die 30 jaar een zwaar beroep uitoefenen moeten van hun werkgever passend werk aangeboden krijgen. Doet de werkgever dat niet, dan moet hij de werknemer financieel compenseren met 140% van het jaarsalaris zodat de werknemer toch op zijn 65ste kan stoppen.
3. Voorontwerp van wet tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet. Dit voorstel regelt dat werkenden en zelfstandigen die 42 jaar hebben gewerkt toch op hun 65ste kunnen stoppen. Zij krijgen dan wel een lagere AOW-uitkering.
Wijziging van socialeverzekeringswetten en andere wetgeving zal op een later tijdstip plaatsvinden in een ‘Aanpassingswet verhoging AOW-leeftijd’.
wetsvoorstel
07-09-2015
Nieuw wetsvoorstel
Ingediend bij de Tweede Kamer (datum van het voorstel van wet is niet bekend en er is ook nog geen Kamerstuknummer).
Alle mensen die een langdurige band hebben met Nederland omdat zij hier wonen of werken hebben aanspraak op AOW. Dit wetsvoorstel heeft tot doel de leeftijd waarop recht ontstaat op AOW te verhogen van 65 naar 67 jaar. Mensen die voor 1 januari 2010 55 jaar of ouder zijn, houden evenwel recht op AOW vanaf hun 65ste. Daarna zal vanaf 2020 de AOW-leeftijd op 66 jaar komen te liggen en vanaf 2025 op 67 jaar.
Gedurende de invoeringstijd van 10 jaar hebben werkgevers en werknemers de plicht om duurzaam inzetbaarheidsbeleid in te voeren dat erop gericht is dat ieder de mogelijkheid krijgt om tijdig ander werk te gaan doen. De Arbeidsomstandighedenwet zal zo worden gewijzigd dat de werkgever beleid moet voeren dat gericht is op duurzame inzetbaarheid van werknemers.
De fiscale pensioenrichtleeftijd voor aanvullende pensioenen en de daarmee samenhangende fiscale aanpassingen per 1 januari 2020 worden met dit wetsvoorstel in overeenstemming gebracht met de nieuwe AOW-leeftijd.
Wijziging van sociale verzekeringswetten en andere wetgeving zal op een later tijdstip plaatsvinden in een ‘Aanpassingswet verhoging AOW-leeftijd’. Daarnaast zal een wetsvoorstel ‘Flankerende maatregelen verhoging AOW-leeftijd’ worden ingediend waarin de positie van mensen met een lang arbeidsverleden, de arbeidsmarktpositie van ouderen en de positie van mensen met zware beroepen zal worden geregeld.