Wetgeving
Wijziging Wet minimumloon
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdrachtontwikkeling
02-11-2017
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Besluit van 22 september 2017, houdende wijziging van het Besluit minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met arbeidsverhoudingen die als dienstbetrekking in de zin van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag worden beschouwd (Stb. 2017,359). Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2018.
Met dit besluit vallen ook arbeidskrachten die arbeid verrichten op basis van een andere overeenkomst tegen beloning, niet zijnde de overeenkomst van opdracht, onder het bereik van de WML. Dit betreft bijvoorbeeld een vervoersovereenkomst en een overeenkomst tot aanneming van werk mits niet wordt gewerkt in de zelfstandige uitoefening van beroep of bedrijf. De reikwijdte van de WML strekt zich niet uit tot personen die krachtens overeenkomst arbeid verrichten uit hoofde van de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep. Om te bepalen of er sprake is van uitoefening van een bedrijf of de zelfstandige uitoefening van een beroep wordt aangesloten bij de criteria die de Belastingdienst bij de beoordeling van zelfstandig ondernemerschap hanteert. Gastouders die werkzaam zijn op basis van een overeenkomst van opdracht zijn uitgesloten van de WML, in verband met de bijzondere aard van de arbeidsverhouding.
in werking
03-08-2017
In werking getreden wetsvoorstel
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Wet van 29 maart 2017 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Brief van de voorzitter van de vaste commissie voor SZW van 7 juli 2017.
Met deze wet komt een ieder die anders dan uit hoofde van beroep of bedrijf op basis van een overeenkomst van opdracht arbeid verricht voor een ander onder de werkingssfeer van de WMM te vallen.
ontwikkeling
06-02-2017
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Verslag van een schriftelijk overleg van 5 januari 2017 en brief van de voorzitter van de vaste commissie voor SZW van 22 maart 2016 (gepubliceerd 5 januari 2017).
In zijn brief van 21 december 2016 (die is aangehecht aan het verslag van 5 januari 2017) verzoekt de minister de Eerste Kamer de behandeling van dit wetsvoorstel te hervatten in verband met het feit dat de Tweede Kamer het hiermee verband houdende wetsvoorstel tot wijziging WML en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon, in verband met stukloon en meerwerk en enige andere wijzigingen (34573) onlangs heeft aanvaard en dit wetsvoorstel (ook) voor behandeling naar de Eerste Kamer is doorgeleid. Op die manier kunnen beide wetsvoorstellen in onderlinge samenhang worden beoordeeld.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Brief van de minister van SZW aan de Tweede Kamer en brief van de minister van SZW aan de Eerste Kamer van 2 september 2014.
Omdat het wetsvoorstel op verzoek van de minister is aangehouden door de Eerste Kamer, komt de minister nu met een toelichting op welke wijze de WML moet worden herzien. Daarbij zal rekening worden gehouden met de reikwijdte van de WML, de handhaving, het uurloon en stukloon. Ook zal worden bezien op welke wijze de sociale partners bij de herziening zullen worden betrokken. Het streven is om eventuele wetgeving in 2015 in te dienen.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Brief van de minister van SZW aan Eerste Kamer van 18 maart 2014.
De minister gaat in zijn brief in op de gevolgen van het wetsvoorstel voor bijkomstige werkzaamheden en op de eisen met betrekking tot de administratieve lasten bij stukloon. Tot slot wordt aangekondigd dat in het wetsvoorstel Wet Aanpak Schijnconstructies zal worden ingegaan op de onderwerpen minimumloon en afbakeningsvragen over schijnzelfstandigheid.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Voorlopig verslag van 12 november 2013. Memorie van antwoord van 29 november 2013. Eindverslag van 3 december 2013.
In de memorie van antwoord wordt nogmaals benadrukt dat het wetsvoorstel uitsluitend betrekking heeft op de werkingssfeer van de WML en niet op de werkingssfeer van de loonheffingsplicht en de werknemersverzekeringen. Opdrachtnemers vallen in beginsel niet onder de verplichte werknemersverzekeringen, tenzij zij voldoen aan de vereisten van het bestaan van een zogeheten fictieve dienstbetrekking.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Brief van de minister van SZW van 7 oktober 2013. Gewijzigd voorstel van wet Eerste Kamer van 10 oktober 2013.
In de brief van de minister van SZW wordt geëxpliciteerd dat vriendendiensten, burenhulp en soortgelijke activiteiten, voor zover deze niet kunnen worden aangemerkt als een arbeids- of opdrachtovereenkomst buiten de werkingssfeer van de wet vallen.
ontwikkeling
13-10-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 1 mei 2013. Nota naar aanleiding van het verslag van 29 augustus 2013.
In de nota naar aanleiding van het verslag wordt benadrukt dat het wetsvoorstel uitsluitend ziet op toepassing van de WML en geen gevolgen heeft voor belastingplicht en/of premieplicht voor de sociale verzekeringen. Uitgangspunt voor de Inspectie SZW voor het vaststellen of de opdrachtnemer arbeid verricht in de uitoefening van beroep of bedrijf is de juistheid van de VAR. Degene aan wie een VAR-wuo of VAR-dga is afgegeven wordt in fiscale zin als ondernemer of dga behandeld. De noodzaak om te beoordelen of de arbeid uit hoofde van beroep of bedrijf wordt verricht blijft beperkt tot die situaties waarin het beloningsniveau op of rond het wettelijk minimumloon ligt.
wetsvoorstel
24-09-2015
Nieuw wetsvoorstel
Voorstel van wet en memorie van toelichting van 1 mei 2013.
Dit wetsvoorstel regelt dat het wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag ook gaan gelden voor eenieder die anders dan in het kader van beroep of bedrijf arbeid tegen beloning verricht op basis van en overeenkomst van opdracht, ongeacht het al dan niet van bijkomstige aard zijn van de arbeid en de vraag of de arbeid persoonlijk moet worden verricht. In het verlengde hiervan wordt artikel 1 van het Besluit WML geschrapt. Daarmee vervallen de criteria die aangeven wanneer sprake is van bijkomstige werkzaamheden, i.c. de criteria betreffende de duur van de arbeidsverhouding (tenminste drie maanden) en de arbeid (gemiddeld tenminste vijf uur per week). Tot slot vervalt het criterium dat de arbeid ten hoogste voor twee anderen wordt verricht. De werkingssfeer van de WML wordt op deze wijze begrensd door één enkel criterium, te weten of de overeenkomst van opdracht is aangegaan in beroep of bedrijf. Dit komt overeen met het ondernemerschap in de fiscale wetgeving.