Wetgeving
SUWI
Structuur van de uitvoering werk en inkomenontwikkeling
20-10-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
In de brief van 18 juli gaat de minister in op de noodzaak om het handhavingsstelsel in de sociale zekerheid te herijken. Daarbij wordt gekeken naar de versterking van preventie, de herziening van de uitgangspunten van handhaving en sanctionering bij overtredingen. In haar brief van 29 september 2022 gaat de minister in op de effectmeting naar de persoonlijke dienstverlening aan WW-gerechtigden, die positief blijkt te zijn. De inzet van persoonlijke dienstverlening heeft een positief effect op het vinden van werk en resulteert in een daling van het beroep op de WW.
ontwikkeling
07-09-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Dagloonbesluit
De inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen inzake de inkomstenverhouding (Besluit IKV) wordt wederom met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2025.
Brief van 26 augustus 2022 (Aanpassing WIA)
In de brief wordt een voorstel geschetst voor de aanpassing van de ZW/WIA in 3 fases:
- Korte termijn:
Het lukt het UWV in een toenemend aantal gevallen niet om sociaal-medische beoordelingen binnen de wettelijke termijn te verrichten. Als gevolg hiervan blijven steeds meer mensen voor lange(re) tijd in onzekerheid. De volgende maatregelen worden voorgesteld.
Aanvullende maatregelen UWV:
- sterkere inzet op de arbodienstverlening van het UWV in de Ziektewet: niet iedere cliënt wordt na een standaardperiode van een jaar uitgebreid beoordeeld;
- verbetering claimbeoordeling: het anders en sneller beschikbaar stellen van de relevante stukken uit het medisch dossier, het verkorten van de rapportagetijd, het optimaliseren van interne processen en het beter benutten van de eigen inbreng van de cliënt;
- tijdige uitvoering RIV-toets;
- ziekmelding vanuit WW: het UWV herziet het interne proces voor cliënten die via de WW in de Ziektewet en vervolgens in de WIA komen, met meer nadruk op re-integratie en baankansen tijdens de ziekteperiode;
- proactief klantcontact.
Tijdelijke maatregelen voor een gerichtere inzet van de verzekeringsarts:
- vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling zonder inzet verzekeringsarts: voor 60-plussers die wachten op hun WIA-claimbeoordeling wordt het tijdelijk, tot eind 2023, mogelijk gemaakt dat het UWV deze beoordeling op andere wijze en door andere professionals dan de verzekeringsarts laat uitvoeren. Na toestemming van werkgever en werknemer bepaalt de arbeidsdeskundige op basis van reeds beschikbare informatie of een oordeel van de verzekeringsarts noodzakelijk is (tenzij sprake is van IVA). Om werkgevers niet te benadelen worden de uitkeringen die zijn toegekend op basis van een vereenvoudigde WIA-claimbeoordeling, in afwijking van de wet, niet aan publiek verzekerde werkgevers toegerekend via de Whk-premie en niet aan eigenrisicodragende werkgevers doorbelast;
- gedurende vijf jaar geen herbeoordeling voor mensen met IVA die toch gaan werken.
Verlenging tijdelijke maatregel voorschotten:
- de tijdelijke terugvorderingsregeling voor personen bij wie het voorschot niet of slechts gedeeltelijk verrekend kan worden met een WW- of WIA uitkering wordt verlengd tot en met 31 december 2023.
Aanpassen WIA- systematiek:
- onderzocht wordt of de verrekening van inkomsten met de WIA uitkering moet worden aangepast.
- Middellange termijn:
- laten vervallen van het duurzaamheidscriterium en afschaffen van de IVA;
- na vijf jaar volledige arbeidsongeschiktheid (WGA 80-100) duurzaamheid aannemen (aanpassen duurzaamheidscriterium);
- voor mensen die werken alleen op basis van feitelijke verdiensten een schatting maken van hun arbeidsongeschiktheidspercentage, en niet ook op basis van een theoretische schatting.
- Lange termijn:
Instellen van een onafhankelijke commissie om onderzoek naar een toekomstbestendig stelsel rond ziekte en arbeidsongeschiktheid te doen.
ontwikkeling
07-07-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
In de brieven van 22 juni jl. geeft de minister een toelichting op de vereenvoudiging van het socialezekerheidsstelsel die gericht is op het begrijpelijker, werkbaarder en uitvoerbaarder maken van de sociale zekerheid en op de stand van de uitvoering van de sociale zekerheid (knelpuntenbrieven).
ontwikkeling
14-03-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
De minister presenteert het plan van aanpak ‘opdracht vereenvoudiging WW’ en de startnotitie ‘onderzoek knelpunten WW vanuit verschillende perspectieven’. Doel van het onderzoek is inzicht verkrijgen in de knelpunten die bij het gebruik en de uitvoering van de WW kunnen worden vastgesteld vanuit het perspectief van de werkgever, de werknemer en het UWV en de oorzaken hiervan.
ontwikkeling
09-02-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
In zijn brief gaat de staatssecretaris in op voorstellen tot het aanpassen, schrappen of afschaffen van het duurzaamheidscriterium in de WIA (dat bepalend is voor de vraag of een verzekerde in aanmerking komt voor een IVA- of een WGA-uitkering).
ontwikkeling
12-01-2022
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
In de Wfsv is geregeld dat werkgevers de lage WW-premie mogen afdragen indien sprake is van (i) een schriftelijke arbeidsovereenkomst (ii) voor onbepaalde tijd (iii) niet zijnde een oproepovereenkomst als bedoeld in artikel 7:628a, negende en tiende lid, BW. Bij de totstandkoming van de Wab is beoogd dat contractflexibiliteit, zoals een tijdelijke urenuitbreiding, altijd onder de hoge WW-premie zou vallen. In de praktijk gaat dit niet in alle gevallen op. Het voornemen is om bij AMvB extra voorwaarde(n) toe te voegen om te regelen dat arbeidsovereenkomsten die tijdelijk worden uitgebreid en arbeidsovereenkomsten met meerdere wisselende arbeidsomvang in alle gevallen onder de hoge WW-premie vallen. Hiermee wordt de regelgeving in overeenstemming gebracht met de bedoeling van de Wab. Tot inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving, die voorzien is voor 1 januari 2023, betekent dit voor werkgevers dat ze een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (met instemming van werknemer) tijdelijk kunnen uitbreiden, zonder dat dit een tweede arbeidsovereenkomst of oproepovereenkomst wordt. Tevens mogen werkgevers over alle uren van deze arbeidsovereenkomst de lage WW-premie (blijven) afdragen. Vanaf het moment dat de nieuwe regelgeving ingaat is de werkgever gedurende een tijdelijke urenuitbreiding wel de hoge WW-premie verschuldigd. Werkgevers die vanaf 2020 enige tijd de hoge WW-premie hebben toegepast omdat ze een bestaande arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tijdelijk hebben uitgebreid of een tweede arbeidsovereenkomst hebben gesloten, kunnen de hoge WW-premie met terugwerkende kracht corrigeren.
ontwikkeling
04-05-2021
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
De minister informeert over de ‘stand van de uitvoering sociale zekerheid’ en meer specifiek over de toenemende werkdruk bij het UWV. Voorgesteld wordt om een omslag te maken naar het regiemodel voor de beoordeling van de sociaal medische dienstverlening en te komen tot een effectievere werkwijze in de Ziektewet.
ontwikkeling
08-01-2018
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 10 april 2001. Brief van de minister van SZW van 13 december 2017.
Uit een audit registratie herbeoordelingen is gebleken dat voor een groep verzekerden ten onrechte geen herbeoordeling was ingepland door het onvoldoende aansluiten van registraties van verschillende systemen binnen UWV en onvoldoende controle op de registratie van aangevraagde en afgehandelde herbeoordelingen. Het UWV heeft thans intern een plan van aanpak sluitende registratie opgesteld. Op basis van de audit zullen tussen de 2000 en 4600 herbeoordelingen alsnog moeten plaatsvinden.
ontwikkeling
03-08-2017
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 10 april 2001. Brief van de minister van SZW van 20 juli 2017.
De minister informeert de Kamer over het tekort aan verzekeringsartsen bij het UWV en de gevolgen voor de claimbeoordelingen, de (professionele) herbeoordelingen en de Eerstejaarziektewetbeoordelingen.
ontwikkeling
06-04-2016
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 10 april 2001. Brief van de minister van SZW van 7 maart 2016. Ontwerpbesluit tot wijziging van het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen in verband met starters, stakingsdagen en 104 weken wachttijd Wet WIA.
Het Dagloonbesluit wordt zodanig gewijzigd dat kalendermaanden in de referteperiode waarin geen loon is genoten buiten beschouwing worden gelaten bij de berekening van het dagloon. Deze wijziging leidt ertoe dat wanneer een werknemer in een of meer kalendermaanden in de referteperiode geen loon heeft genoten, het totale loon in een jaar niet door 261 dagloondagen wordt gedeeld, maar door minder dagen. Dit heeft voor starters, flexwerkers en herintreders, die één of meer kalendermaanden in de referteperiode geen loon hebben genoten, een dagloon verhogend effect. Voor overige werknemers heeft deze wijziging geen effect. Ook voor werknemers die na 104 weken ziekte een beroep doen op de WW, wordt het Dagloonbesluit aangepast. In die situatie wordt de referteperiode voor de bepaling van het dagloon verlegd naar het jaar voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de betrokken werknemer de bedongen arbeid niet kon verrichten vanwege ziekte. Dat leidt over het algemeen tot een hoger dagloon. Het UWV kan de wijziging van het Dagloonbesluit niet eerder dan per 1 januari 2017 invoeren. Op basis van een apart te treffen overgangsregeling zal aan de betrokken WW-gerechtigden een eenmalige tegemoetkoming worden verstrekt vanwege het lagere dagloon in de periode van 1 juli 2015 tot aan het moment van inwerkingtreding van het gewijzigde Dagloonbesluit.
ontwikkeling
09-03-2016
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 10 april 2001. Brief van de minister van SZW van 29 januari 2016.
Om de achterstand in herbeoordelingen in het kader van de WIA in te lopen wordt de capaciteit van de verzekeringsartsen verhoogd.
ontwikkeling
09-11-2015
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 10 april 2001. Brief van de minister van SZW van 12 oktober 2015.
De minister beantwoordt de volgende vragen:
Sinds 1 juli 2015 is de verrekeningssystematiek voor nieuwe WW-uitkeringen gewijzigd van urenverrekening naar inkomstenverrekening. Om die reden was het noodzakelijk dat het Dagloonbesluit werd aangepast. Om op een juiste manier inkomsten te kunnen verrekenen is het namelijk nodig om het loon uit alle dienstbetrekkingen vóór de werkloosheid bij elkaar op te tellen voor de berekening van het dagloon, zodat na werkloosheid het loon uit andere dienstbetrekkingen dan de dienstbetrekking waaruit de werknemer werkloos is geworden, kan worden verrekend met de WW-uitkering.
Het WW-dagloon wordt bepaald op grond van het totale loon dat de werknemer in alle dienstbetrekkingen heeft verdiend in de referteperiode. De duur van deze referteperiode is één jaar, behoudens ingeval in dat jaar een eerder recht op WW-uitkering is ontstaan. Dat jaar eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het arbeidsurenverlies is ingetreden. Het loon dat is verdiend in het laatste aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het arbeidsurenverlies is ingetreden, alsmede het eventuele loon in het laatstgenoemde tijdvak, telt dus niet mee bij de berekening van het dagloon. Deze systematiek bestaat al sinds 1 juni 2013 en de regering ziet geen noodzaak om dit aan te passen.
Het oude Dagloonbesluit kende twee specifieke regelingen die een dagloongarantie boden aan 55-plussers. De eerste regeling betrof de zogenaamde dagloongarantie bij demotie. De tweede regeling betrof een dagloongarantie in de situatie dat iemand vanuit de WW-uitkering een lager betaalde baan accepteerde. Beide regelingen zijn afgeschaft. In het Dagloonbesluit is gekozen voor eenvoud en uitvoerbaarheid en uniformiteit waarbij geen onderscheid meer wordt gemaakt tussen situaties van-werk-naar-werk en van werkloosheid naar een baan en evenmin naar leeftijd.