Wetgeving
Wijziging Arbeidsomstandighedenwet
Wijziging Arbeidsomstandighedenwetin werking
03-08-2017
In werking getreden wetsvoorstel
Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen (Stb. 2017, 22). Besluit van 8 juni 2017 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 25 januari 2017 tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet. De wet treedt met uitzondering van artikel I onderdeel A, Aa en D, in werking met ingang van 1 juli 2017. Artikel I onderdeel Aa, treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen.
ontwikkeling
05-07-2017
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 22 december 2015. Besluit van 8 juni 2017 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met het stellen van regels aan de raadpleging van een andere bedrijfsarts en de klachtenprocedure en enkele andere wijzigingen, alsmede tot wijziging van het Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen in verband met de financiering van de commissie (Stb. 2017/255). De artikelen van dit besluit treden, met uitzondering van artikel II, onderdelen A en B, in werking op het tijdstip waarop de Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen (Stb. 2017, 22) in werking treedt. Artikel II, onderdeel A, treedt in werking met ingang van 20 juni 2017 en werkt terug tot en met 1 oktober 2016. Artikel II, onderdeel B, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
In het Arbeidsomstandighedenbesluit worden nadere regels gesteld aan het raadplegen door de werknemer van een andere bedrijfsarts (de second opinion). Ook zijn regels opgenomen over de klachtenprocedure en het inzage recht van de werknemer.Ten aanzien van de second opinion is het volgende opgenomen:
- de second opinion wordt omschreven als de raadpleging van een andere bedrijfsarts;
- de werkgever moet ervoor zorgen dat een werknemer de bedrijfsarts kan verzoeken om raadpleging van een andere bedrijfsarts indien de werknemer twijfelt aan de juistheid van het advies van de eerste bedrijfsarts. De second opinion vindt derhalve alleen plaats op verzoek van de werknemer;
- het gaat hier derhalve om adviezen van de bedrijfsarts in het kader van:
(1) de verzuimbegeleiding. Een werknemer kan bijvoorbeeld aangeven dat hij twijfelt aan het advies van de bedrijfsarts over welke werkzaamheden hij op dat moment nog kan verrichten;
(2) een uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Een werknemer kan bijvoorbeeld twijfels hebben bij het advies dat een bedrijfsarts naar aanleiding van een uitgevoerd arbeidsgezondheidskundig onderzoek heeft opgesteld;
(3) de consultatie met betrekking tot gezondheidskundige vraagstukken in verband met de arbeid. Een werknemer kan bijvoorbeeld twijfels hebben bij het advies van een bedrijfsarts indien er een vermoeden is van een beroepsziekte. Het moet dan mogelijk zijn een second opinion te krijgen van een andere bedrijfsarts;
- de werkgever dient ervoor te zorgen dat de second opinion wordt uitgevoerd door een bedrijfsarts die niet werkzaam is binnen de arbodienst waarin de bedrijfsarts werkzaam is die het eerste advies heeft gegeven;
- in overeenstemming met de werkgever kan eveneens gekozen worden voor een te raadplegen bedrijfsarts of arbodienst die niet in de overeenkomst die de werkgever met de arbodienstverlener heeft, is opgenomen. Als de werkgever daarmee instemt komen de kosten eveneens voor zijn rekening. Zonder instemming van de werkgever komen de kosten voor rekening van de werknemer;
- uitgangspunt is dat de bedrijfsarts het verzoek van de werknemer honoreert en hij een andere bedrijfsarts inschakelt voor het uitvoeren van een second opinion, tenzij zwaarwegende argumenten zich tegen honorering van het verzoek om raadpleging van een andere bedrijfsarts verzetten. Daarvan is bijvoorbeeld sprake indien er oneigenlijk of herhaaldelijk onnodig gebruik van de second opinion dreigt te worden gemaakt;
- de bedrijfsarts die het eerste advies heeft gegeven dient alle voor de second opinion relevante beschikbare informatie aangaande de desbetreffende werknemer (en aangaande de omstandigheden in het bedrijf of de inrichting) te verstrekken aan de te raadplegen andere bedrijfsarts. Voorwaarde voor het vertrekken van deze informatie is dat de werknemer zijn uitdrukkelijke toestemming heeft verleend;
- de second opinion resulteert in een nieuw advies van de geraadpleegde bedrijfsarts. De geraadpleegde bedrijfsarts bespreekt zijn advies met de werknemer. De werknemer bepaalt vervolgens of het advies aan de eerste bedrijfsarts ter beschikking worden gesteld;
- de eerste bedrijfsarts maakt binnen een redelijke termijn aan de werknemer gemotiveerd kenbaar of hij dat advies niet, gedeeltelijk, dan wel geheel overneemt;
- de second opinion heeft geen opschortende werking ten opzichte van de afspraken tussen werkgever en werknemer die in het kader van het door de eerste bedrijfsarts gegeven advies zijn gemaakt;
zo nodig draagt de eerste bedrijfsarts de behandeling van de zaak over aan de in het kader van de second opinion geraadpleegde bedrijfsarts of een collega van de eigen arbodienst.
Ten aanzien van de klachtenprocedure is het volgende opgenomen:
- bij gecertificeerde arbodiensten moet een gedocumenteerde procedure worden vastgelegd voor de klachtafhandeling van klanten en werknemers;
- de mogelijkheid tot het indienen van een klacht is uitsluitend voorbehouden aan de werknemer en geldt niet voor de werkgever;
- de klachtenprocedure moet kenbaar zijn voor de werknemer en in ieder geval een beschrijving bevatten van de wijze waarop het ontvangen, onderzoeken en beoordelen van een klacht verlopen, de wijze waarop een beslissing over een klacht wordt genomen en de wijze waarop wordt verzekerd dat eventuele naar aanleiding van de beslissing over de klacht genomen maatregelen worden uitgevoerd.
in werking
01-03-2017
In werking getreden wetsvoorstel
Ingediend bij de Tweede Kamer op 22 december 2015. Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen (Stb. 2017/22). De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. De voordracht voor het koninklijk besluit dat het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en D, bepaalt, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers van de Staten-Generaal is overgelegd.
- de OR heeft instemmingsrecht met betrekking tot de benoeming van de preventiemedewerker, diens positionering in de organisatie en samenwerking met de arbodienstverleners en de aanwijzing van andere bedrijfsartsen en arbodiensten die een second opinion kunnen uitvoeren;
- de rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding wordt versterkt door vast te leggen dat deze rol een adviserende is. De werkgever blijft verantwoordelijk voor de begeleiding;
- in de wet wordt de mogelijkheid voor een werknemer om de bedrijfsarts te consulteren vastgelegd;
- in de wet worden de volgende rechten en verplichtingen opgenomen van de bedrijfsarts (1) de bedrijfsarts heeft het recht om iedere werkplek te bezoeken (2) de bedrijfsarts is verplicht om een werknemer de mogelijkheid van een second opinion te bieden (3) de bedrijfsarts is verplicht om een klachtenprocedure te hebben (4) de bedrijfsarts heeft het recht om overleg te voeren met de OR en (5) de bedrijfsarts is verplicht om beroepsziekten te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten;
- het vragen van de second opinion is uitgewerkt in het Arbeidsomstandighedenbesluit;
- er worden minimumeisen gesteld aan het basiscontract arbodienstverlening, waaronder (1) het verplicht afspraken maken over advisering in het kader van preventie en (2) voorkoming van beroepsziekten en (3) voorkoming van langdurige uitval (4) het verplicht afspraken maken welke andere bedrijfsartsen of andere arbodiensten de second opinion kunnen uitvoeren;
- indien een werknemer vindt dat er in het basiscontract opgenomen bedrijfsartsen of arbodiensten voor het geven van een second opinion geen geschikte bedrijfsarts beschikbaar is, kan de werknemer een andere bedrijfsarts voorstellen. De werkgever is niet verplicht akkoord te gaan met (betaling van) iedere door de werknemer aangedragen bedrijfsarts;
- er worden meer mogelijkheden voor handhaving op bovenstaande onderwerpen geïntroduceerd.
ontwikkeling
05-01-2017
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 22 december 2015. Nader voorlopig verslag van 13 december 2016 Nadere memorie van antwoord van 20 december 2016. Internetconsulatie ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
Op 6 december 2016 is het ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met een second opinion en klachtenprocedure bij de bedrijfsarts gepubliceerd. In het tot 9 januari 2017 voor internetconsultatie openstaande ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit wordt de mogelijkheid van werknemers om een second opinion in te winnen bij een andere bedrijfsarts of andere arbodienst nader uitgewerkt. Daarbij is opgenomen dat in het met het wetsvoorstel te introduceren (basis)contract tussen werkgever en arbodienst of bedrijfsarts moet worden vastgelegd welke andere bedrijfsarts(en) of andere arbodienst(en) deze second opinion uit kunnen voeren. Door dit contractueel vast te leggen wordt mogelijk gemaakt dat op collectief niveau de werknemersvertegenwoordiging met deze selectie kan instemmen. De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging heeft namelijk instemmingsrecht op dit (basis)contract.Indien de werknemer van mening is dat er in de selectie geen geschikte bedrijfsarts beschikbaar is voor zijn vraag dan kan de werknemer een andere bedrijfsarts voorstellen. De werkgever kan besluiten daarmee in te stemmen, maar hij hoeft dat niet zonder meer. Enkel wanneer de werkgever instemt met de door de werknemer voorgestelde bedrijfsarts zal de in het conceptbesluit opgenomen regeling voor de second opinion gelden. Bij het opstellen van het conceptbesluit is ervoor gekozen de werkgever niet te verplichten akkoord te gaan met (betaling van) iedere door de werknemer aan te dragen bedrijfsarts, vanwege kostenoverwegingen, de mogelijke deling van bedrijfsinformatie, en het feit dat de inspraak van werknemers ook op collectief niveau wordt geregeld door het instemmingsrecht van de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging op het contract.
ontwikkeling
03-10-2016
Wetsvoorstel met relevante ontwikkelingen
Ingediend bij de Tweede Kamer op 22 december 2015. Amendement van de leden Ulenbelt en Tanamal van 6 september 2016. Motie van de leden Schut-Welkzijn en Tanamal van 7 september 2016. Gewijzigd voorstel van wet van 13 september 2016.
In het basiscontract met de bedrijfsarts moeten verplicht afspraken worden gemaakt over advisering in het kader van preventie en voorkoming van beroepsziekten. Ook zal een werkprogramma worden ontwikkeld waarbinnen de curatieve zorg en de arbeidsgeneeskundige zorg samenwerken aan het voorkomen van langdurige arbeidsuitval.
wetsvoorstel
03-02-2016
Nieuw wetsvoorstel
Ingediend bij de Tweede Kamer op 22 december 2015. Voorstel van wet en memorie van toelichting van 22 december 2015.
Dit wetsvoorstel brengt de volgende wijzigingen met zich:
- de positie van de preventiemedewerker wordt versterkt door de OR instemmingsrecht te geven over de persoon van de preventiemedewerker en diens positionering in de organisatie en samenwerking met de arbodienstverleners;
- de rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding wordt versterkt door vast te leggen dat deze rol een adviserende is. De werkgever blijft verantwoordelijk voor de begeleiding;
- in de wet wordt de mogelijkheid voor een werknemer om de bedrijfsarts te consulteren vastgelegd;
- in de wet worden vijf rechten en verplichtingen opgenomen die bijdragen aan een goede beroepsuitoefening van de bedrijfsarts (1) de verplichting van de werkgever om de bedrijfsarts in de gelegenheid te stellen om iedere werkplek te bezoeken (2) de verplichting van de bedrijfsarts om aan de werknemer de mogelijkheid van een second opinion te bieden (3) de verplichting van de bedrijfsarts om een klachtenprocedure te hebben (4) het recht van de bedrijfsarts om overleg te voeren met de OR en (5) de verplichting van de bedrijfsarts om beroepsziekten te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. In het Arbeidsomstandighedenbesluit zal het vragen van de second opinion verder worden uitgewerkt;
- er worden minimumeisen gesteld aan het basiscontract arbodienstverlening;
- er worden meer mogelijkheden voor handhaving op bovenstaande onderwerpen geïntroduceerd.