Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Centraal staat de vraag of en in hoeverre Stichting Optas en haar bestuurders vrij zijn het vermogen van Stichting Optas op een andere wijze aan te wenden dan, kortweg, voor verbetering van vervoer- en havenpensioenen en premiefaciliteiten voor vervoer- en havenwerkgevers. Verweerders stellen dat zij zich aan de desbetreffende belangen niets gelegen behoeven te laten liggen. Het negeren van die belangen lijkt onrechtmatig en hiervan lijkt de bestuurders van Stichting Optas een persoonlijk verwijt te treffen. Zij hebben op het eerste gezicht willens en wetens ervoor gekozen zich aan die belangen niets gelegen te laten liggen en deze volkomen te negeren. Stichting BPVH heeft er daarom belang bij dat de voor de beantwoording van deze vraag relevante feiten worden opgehelderd. Stichting BPVH beoogt met het houden van een voorlopig getuigenverhoor een scherper beeld te krijgen van de feiten die van belang zijn voor een mogelijk te zijner tijd in te stellen vordering uit hoofde van onrechtmatige daad. De rechter willigt het verzoek in.