Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Appellante heeft in eerste aanleg schadevergoeding van T.U. Delft gevorderd. De rechtbank heeft deze vordering afgewezen, wegens het feit dat appellante verzuimd heeft zich tijdig tot de bestuursrechter te wenden.

Het hof oordeelt dat de T.U. Delft haar aansprakelijkheid heeft afgewezen en heeft deze afwijzing na bezwaar gehandhaafd. Dit laatste besluit is onherroepelijk geworden na het ongebruikt verlopen van de termijn voor beroep op de bestuursrechter. Dientengevolge moet het hof als burgerlijke rechter uitgaan van de juistheid van het besluit van T.U. Delft tot weigering van de erkenning van aansprakelijkheid. Dit betekent dat niet is komen vast te staan dat T.U. Delft onrechtmatig heeft gehandeld. De beslissing van de rechtbank tot afwijzing van de vordering is derhalve juist. Volgt bekrachtiging van het vonnis van de rechtbank.