Rechtspraak
Naar vaste rechtspraak is het element gezagsverhouding (“in dienst van de andere partij”) het meest onderscheidende criterium van de definitie van een arbeids-overeenkomst als bedoeld in art. 7:610 lid 1 BW. De Telegraaf heeft aangevoerd dat appellant opdrachten mocht weigeren en dat zulks in de praktijk ook wel is voorgekomen, waarna zij het gewenste fotomateriaal op andere wijze verwierf. Volgens appellant was hij juist verplicht de door De Telegraaf gegeven opdrachten uit te voeren en heeft hij ook altijd gehoor gegeven aan die opdrachten. De Telegraaf heeft slechts één voorbeeld genoemd van een door appellant geweigerde opdracht, namelijk de gelegenheid waarbij appellant bleek op te treden als goochelaar. Naar het oordeel van het hof heeft De Telegraaf daarmee haar stellingen op dit punt, met name ook bezien in het licht van de langdurige - gedurende ongeveer 30 jaren bestaande - samenwerking met appellant, van een onvoldoende onderbouwing voorzien. Dat lag, gelet op het bepaalde in art. 7:610a BW, wel op haar weg. Voor een bewijsopdracht ter zake is dan ook geen plaats.