Naar boven ↑

Rechtspraak

Kern

Nederlandse werkgever heeft een aantal (schade)vorderingen op een aantal werknemers waarvan twee van Belgische afkomst zijn (welke een arbeidsovereenkomst hadden met de Nederlandse werkgever). Centraal staat de vraag of ten aanzien van deze twee werknemers de Nederlandse of Belgische rechter bevoegd is.

De kantonrechter stelt voorop, dat gedaagden in beginsel het gelijk aan zijn zijde hebben: de EEX-verordening is duidelijk en vast staat dat gedaagden in Belgiƫ wonen, zodat in beginsel de Belgische rechter bevoegd moet worden geacht. Niettemin is de kantonrechter van oordeel, dat in de bijzondere omstandigheden van het geval voldoende reden en gronden gevonden kunnen worden om toch de Nederlandse rechter bevoegd te achten van de vorderingen, ook voorzover die (mede) zijn gebaseerd op een arbeidsovereenkomst met gedaagden als werknemer, kennis te nemen.

Als bijzondere omstandigheden in voormelde zin doelt de kantonrechter op de navolgende:

  • de vordering tegen alle werknemers hangt zowel feitelijk als juridisch samen;
  • de vorderingen op gedaagden zijn niet uitsluitend gebaseerd op de arbeidsovereenkomst, maar ook op andere verbintenissen;
  • de arbeidsovereenkomst verplichtte tot werkzaamheden in Nederland;
  • de handelingen welke hebben geleid tot schadevorderingen van eisers hebben in Nederland plaats gevonden.
  • reeds eerder zijn (arbeids)geschillen tussen de betreffende partijen ter beslechting voorgelegd aan en behandeld door de Nederlandse rechter;
  • onbevoegdheidsverklaring van de Nederlandse rechter zou met zich brengen dat de vordering van eisers op alle gedaagden zou moeten worden gesplitst, hetgeen problematisch kan zijn;
  • ten aanzien van een subvordering op een van de Belgische werknemers zou de Nederlandse rechter wel rechtsmacht toekomen; en
  • ten slotte hebben gedaagden geen belang bij onbevoegdheidsexceptie van de Nederlandse rechter.

De kantonrechter komt dan ook tot de slotsom dat het door gedaagden gedane beroep op onbevoegdheid van de Nederlandse rechter niet opgaat en moet worden verworpen.